nummer: 03/2868/GA
betreft: [klager] datum: 22 maart 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 15 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Midden-Holland, locatie Haarlem,
gericht tegen een uitspraak d.d. 2 december 2003 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, welke op 3 december 2003 is verzonden,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur van voormelde p.i. om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat een van een advocaat afkomstige brief klager geopend heeft bereikt.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt inhoudende dat klager niet-ontvankelijk verklaard had dienen te worden in zijn beklag, omdat zijn klaagschrift onvoldoende gemotiveerd en gespecificeerdwas, in beroep herhaald.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Uit de stukken is de beroepscommissie het volgende gebleken. In zijn klaagschrift geeft klager reeds aan dat hij zich wil beklagen over het feit dat een van zijn advocaat afkomstige brief hem geopend heeft bereikt. Ter zitting vande beklagcommissie blijkt dat het een brief betreft die klager op 3 oktober 2003 door een piw-er kreeg uitgereikt. Hiermee bestaat voldoende duidelijkheid omtrent het onderwerp van beklag.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 22 maart 2004
secretaris voorzitter