Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4310/GA, 21 september 2020, beroep
Uitspraakdatum:21-09-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          R-19/4310/GA

    

           

Betreft [Klager]

Datum 21 september 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij niet onder toezicht naar de kapper mocht.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 26 juli 2019 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (VU 2019/000908). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. K. Bruns, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Vught (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is het er niet mee eens dat hij op 24 mei 2019 ‘tijdens rapport’ niet onder toezicht naar de kapper mocht gaan en het heeft weken geduurd voordat hij bij de kapper terecht kon.

 

Standpunt van de directeur

Klager zit op unit 8 en de kapper bevindt zich op unit 6. Om een bezoek aan de kapper te brengen, moet klager zich buiten unit 8 begeven en zich dus over het terrein van PI verplaatsen. Klager mocht niet zonder toezicht naar de kapper op unit 6. Klager onderging op dat moment een disciplinaire straf en de algemene regel is dat een gedetineerde die een disciplinaire straf heeft, zich niet zelfstandig over het terrein van de PI mag begeven. Het personeel heeft dan ook correct gehandeld.

In uitzonderlijke gevallen is er personeel beschikbaar om gedetineerden te begeleiden naar de kapper op een andere unit wanneer er sprake is van het uitzitten van een disciplinaire straf. Van een uitzonderlijk geval was in casu geen sprake.

Voorts stelt de raadsvrouw dat het weken heeft geduurd voordat klager naar de kapper kon. Iedere twee weken is de kapper beschikbaar voor klagers unit (unit 8). Klager is  op 7 juni 2019 naar de kapper geweest.

 

3. De beoordeling

Voor zover de klacht inhoudt dat het lang duurde voordat klager opnieuw een afspraak bij de kapper had, merkt de beroepscommissie op dat dit buiten de reikwijdte van het beklag valt. De beroepscommissie zal dit daarom buiten beschouwing laten.

Klager beklaagt zich over feit dat hij tijdens zijn disciplinaire straf niet onder begeleiding naar de kapper op een andere unit mocht. De directeur heeft aangevoerd dat het een algemene regel is dat gedetineerden zich tijdens een disciplinaire straf niet zonder begeleiding buiten de eigen afdeling mogen verplaatsen, maar dat gedetineerden in uitzonderlijke omstandigheden wel onder begeleiding de naar kapper op een andere unit mogen.

Tegen de beslissing dat klager niet naar de kapper mocht, kan beklag worden ingesteld. Klager heeft echter niet onderbouwd dat er sprake was van uitzonderlijke omstandigheden waaronder hij tijdens de hem opgelegde disciplinaire straf onder begeleiding naar de kapper buiten zijn afdeling zou mogen gaan. De beroepscommissie is daarom van oordeel dat de directeur in redelijkheid heeft kunnen beslissen klager niet onder begeleiding naar de kapper op een andere unit te laten gaan.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag, maar dit beklag ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 21 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven