Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4371/GA, 17 september 2020, beroep
Uitspraakdatum:17-09-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          R-19/4371/GA

    

           

Betreft [Klager]

Datum 17 september 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de officiële waarschuwing d.d. 13 mei 2019, omdat klager zich niet zou hebben gehouden aan zijn alcohol- en drugsverbod.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 24 juni 2019 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (AR 2019/271). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. W.B.O. van Soest, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Alphen (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft een officiële waarschuwing gekregen, omdat hij zich niet zou hebben gehouden aan zijn alcohol- en drugsverbod. Klager stelt dat dit een beslissing betreft waartegen beklag en beroep open staat. De waarschuwing is immers uiteindelijk gebezigd als argument om een selectieadvies op te stellen om klagers deelname aan het penitentiair programma (PP) te beëindigen. Klager heeft urine moeten afstaan op het kantoor van de reclassering. De gehele procedure voor de urinecontrole dient volgens artikel 30, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) te voldoen aan de regels die zijn vastgesteld in de Regeling Urinecontrole Penitentiaire Inrichtingen (hierna: de Regeling). Alle regels uit de Regeling zijn overtreden. Klager had nooit een officiële waarschuwing mogen krijgen, nu geen van de regels zijn nageleefd en niet met enige zekerheid kan worden gesteld dat de uitslag op de urinecontrole daadwerkelijk een overtreding zou hebben opgeleverd van het alcohol- en drugsverbod. Klager verzoekt het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren.

 

Standpunt van de directeur

Klager heeft naar aanleiding van een positieve urinecontrole een officiële waarschuwing gekregen. Een waarschuwing kan evenwel als een beslissing noch als een (disciplinaire) straf in de zin van artikel 60, eerste lid, van de Pbw worden beschouwd. Het oordeel van de beklagcommissie is juist. Gelet daarop verzoekt de directeur de uitspraak van de beklagcommissie te bevestigen en het ingestelde beroep ongegrond te verklaren.

 

3. De beoordeling

Ingevolge artikel 9, tweede lid, onder a, van de Penitentiaire maatregel (Pm) kan de directeur bij overtreding van de aan het PP verbonden voorwaarden, afhankelijk van de ernst van de overtreding, beslissen tot het geven van een waarschuwing aan de deelnemer aan het PP. Op grond van artikel 10, eerste lid, van de Pm kan de deelnemer aan een PP bij de beklagcommissie bij de inrichting of afdeling waarin hij is ingeschreven een klacht indienen over een beslissing, bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder a, van de Pm.

De beklagcommissie heeft klager in zijn klacht over de waarschuwing, in strijd met het bepaalde in de Pm, niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter daarom vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie als volgt. Klager heeft onweersproken gesteld dat de urinecontrole die bij hem is uitgevoerd, niet voldeed aan de vereisten als bedoeld in de Regeling. De directeur heeft zowel in beklag als in beroep niet inhoudelijk gereageerd op hetgeen hierover door en namens klager is aangevoerd. De beroepscommissie kan dan ook niet vaststellen dat de urinecontrole conform de daarvoor geldende regels is uitgevoerd, hetgeen – bij gebreke van een (onderbouwde) weerlegging van klagers standpunt hieromtrent – voor rekening en risico van de directeur komt. Het beklag zal dan ook gegrond worden verklaard.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag en het beklag gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

 

Deze uitspraak is op 17 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven