Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6236/GA, 17 september 2020, beroep
Uitspraakdatum:17-09-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/6236/GA             

        

Betreft [klager]            Datum 17 september 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Ter Apel (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[klager] (hierna: klager) heeft (voor zover in beroep aan de orde) beklag ingesteld tegen een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, vanwege uitschelden van een medewerkster en het gooien van een sinaasappel tegen de schouder van die medewerkster, ingaande op 27 november 2019.

De alleensprekende beklagrechter heeft op 27 februari 2020 het beklag gegrond verklaard voor zover de disciplinaire straf langer dan zeven dagen heeft geduurd (Ta 2019-452). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft in deze zaak aanvankelijk aan partijen laten weten dat zij in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt ter zitting naar voren te brengen. De maatregelen die de overheid heeft getroffen in verband met het tegengaan van de verdere verspreiding van het coronavirus leidden ertoe dat het tot voor kort onduidelijk was wanneer behandeling op een zitting weer kon plaatsvinden. Daarom heeft de beroepscommissie in deze zaak alsnog afgezien van behandeling ter zitting en partijen in de gelegenheid gesteld schriftelijk hun standpunt kenbaar te maken. Dit ter bevordering van een afdoening van de zaak binnen een redelijke termijn met inachtneming van de belangen van partijen.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Op 27 november 2019 kwam klager terug van de arbeid. Klager pakte de celsleutel die een medewerkster op de balie had gelegd. Hij liep weg en schreeuwde ‘Nikke Moek’ en ‘Kachbe’, ‘neuk je moeder’ en ‘hoer’. Een andere medewerker heeft klager op zijn gedrag aangesproken en gezegd dat klager om die reden zou worden ingesloten op zijn eigen cel. Klager schreeuwde: ‘dat is niet waar’. Direct daarop gooide klager een sinaasappel kapot tegen de schouder van de betreffende medewerkster. Ter zitting van de beklagrechter heeft klager ontkend het voorgaande te hebben gezegd, hij zou hebben gezegd: ‘vieze vuile mongooltje’. Duidelijk is dat klager de betreffende medewerkster onheus heeft bejegend door nare woorden tegen haar te zeggen. Dat volgens klager de sinaasappel een mandarijn is geweest, doet niets af aan klagers gedraging.

Klager heeft de orde en veiligheid in de inrichting ernstig in gevaar gebracht. De directeur meent dat een disciplinaire straf van veertien dagen strafcel wel degelijk op z’n plaats is. De medewerkster voelde dat de sinaasappel/mandarijn die tegen haar schouder werd gegooid uit elkaar is geknapt. Zij was hierdoor erg aangeslagen. Klager is zowel voor zijn nare woorden als voor het gooien van fruit bestraft. Zoals klager ter zitting van de beklagrechter heeft aangegeven, wist hij dat de medewerkster achter hem stond. Daaruit blijkt dat klager gericht heeft gegooid. Dit volgt ook uit klagers mededeling dat hij eerder een aanvaring met de betreffende medewerkster heeft gehad. Klager is eerder aangesproken op zijn gedrag en wist of behoorde te weten dat hij zich van dergelijk gedrag diende te onthouden. Klagers gedragingen zijn onacceptabel en ontoelaatbaar en worden hem zwaar aangerekend. 

 

Standpunt van klager

Klager heeft zijn standpunt zoals ingenomen voor de beklagrechter in beroep niet toegelicht.

 

3. De beoordeling

Uit het in beroep overgelegde schriftelijk verslag van 27 november 2019 volgt dat klager die dag verbaal en fysiek geweld heeft gebruikt jegens een personeelslid door te schreeuwen: ‘Nikke Moek’ en ‘Kachbe’ (‘neuk je moeder’ en ‘hoer’). Klager gooide een sinaasappel (of mandarijn) zo hard tegen de schouder van de medewerkster dat deze ‘uit elkaar knapte’. In het verslag staat verder vermeld dat de medewerkster door dit incident boos en aangeslagen was.

Deze gedraging is naar het oordeel van de beroepscommissie onverenigbaar met de orde en veiligheid in de inrichting dan wel de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Pbw. Ingevolge artikel 51, eerste lid, onder a, van de Pbw kan de directeur voor dit feit aan klager een disciplinaire straf opleggen van opsluiting in een strafcel voor ten hoogste twee weken.

Zoals de beroepscommissie eerder heeft overwogen, onder andere in RSJ 10 juni 2016, 16/665/GA en RSJ 6 juni 2018, R-40, dient de beklagcommissie bij de beoordeling van de strafmaat een zekere terughoudendheid in acht te nemen. Alleen daar waar kennelijk sprake is van een onredelijk strenge bestraffing dient de beklagcommissie in te grijpen.  De directeur heeft aan klager de maximale disciplinaire straf opgelegd van twee weken. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de directeur het feit dat het verbale en fysieke geweld zich richtte tegen een personeelslid klager zwaar mogen aanrekenen. Uit het door de directeur in beroep overgelegde verslag blijkt dat de agressie van klager de medewerkster heeft aangegrepen. De directeur heeft verder toegelicht dat klager eerder een aanvaring heeft gehad met de betreffende medewerkster en op zijn gedrag is aangesproken. Tegen deze achtergrond kan de beslissing van de directeur bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de Sanctiekaart 2019 niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep van de directeur daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen voor zover in beroep aan de orde en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 17 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. S. Djebali, voorzitter, F. van Dekken en drs. H. Heddema, leden, bijgestaan door

mr. R. Kokee, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven