Nummer R-20/6872/GA
Betreft [Klager] Datum 16 september 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij niet tijdig naar het plusprogramma is gepromoveerd.
De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad heeft op 21 april 2020 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €65,-
(PL-2020-192). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klager heeft beroep ingesteld tegen de hoogte van de toegekende tegemoetkoming.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Lelystad in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en geoordeeld dat klager dertien weken te laat in het plusprogramma is geplaatst. De beroepscommissie stelt voorop dat het toekennen van een tegemoetkoming niet als doel heeft een al dan niet materiële schadevergoeding toe te kennen, maar dat dit een symbolische tegemoetkoming betreft, wanneer bij gegrondverklaring tevens is geconstateerd dat klager ongemak heeft ondervonden als gevolg van de bestreden beslissing en dit ongemak niet meer ongedaan is te maken.
Anders dan klager in beroep aanvoert, is de situatie dat klager in een verkeerd regime is geplaatst niet aan de orde en is de door hem gehanteerde berekening niet juist. Immers, de tegemoetkoming waar klager ten onrechte van uit lijkt te gaan is van toepassing op beroepszaken inzake (over)plaatsing van gedetineerden. In dit geval pleegt de beroepscommissie voor wat betreft de tegemoetkoming aansluiting te zoeken bij zaken betreffende het dagprogramma en als maatstaf een standaardbedrag van €5,- per week te hanteren. De beroepscommissie kan zich dus verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde.
Deze uitspraak is op 16 september 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. D.L. van Lijf, secretaris.
secretaris voorzitter