Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7704/GA, 19 oktober 2020, beroep
Uitspraakdatum:19-10-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7704/GA                        

Betreft [klager]            Datum 19 oktober 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet in behandeling nemen van zijn verzoek om algemeen verlof en detentiefasering. De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem heeft op 27 juli 2020 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (A-2020-380). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. W. Hendrickx, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Arnhem (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaard, omdat er sprake zou zijn van een algemene maatregel. Klager beklaagt zich echter over het feit dat zijn faseringsaanvraag niet in behandeling wordt genomen. Dat is niet legitiem. De behandeling van klagers verzoek behelst enkele tijdrovende administratieve werkzaamheden. Als klager daarop moet wachten, wordt zijn vrijheid meer ingeperkt en duurt zijn resocialisatie langer dan noodzakelijk.

De coronacrisis heeft natuurlijk tot maatregelen geleid om de interactie tussen personen te beperken. Een overplaatsing naar een inrichting met een ander regime is dan niet gunstig. Dat neemt niet weg dat de thuiswerkende ambtenaren klagers verzoek in behandeling hadden moeten nemen. Het verzoek had alvast kunnen worden afgewikkeld, in afwachting van beschikbaarheid en met inachtneming van alle voorzorgsmaatregelen. Het is van belang dat dit soort zaken doorgaan, om te voorkomen dat men met een achterstand begint. Toen de verzoeken weer in behandeling werden genomen, was er een enorme stapel dossiers ontstaan.

Standpunt van de directeur

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) houdt de situatie rond het coronavirus continu in de gaten. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) vertaalt de richtlijnen naar de omstandigheden in de PI’s. Klagers verzoek om verlof en detentiefasering is aangehouden, vanwege de uitbraak van het coronavirus en de aangescherpte maatregelen voor het gevangeniswezen.

Tot 1 augustus 2020 werden overplaatsingen niet toegestaan. Ook verlof, anders dan incidenteel verlof, werd niet verleend. Klager heeft zijn verzoek voor 1 augustus 2020 ingediend. Het verzoek is daarom aangehouden.

3. De beoordeling

Klager beklaagt zich erover dat zijn verzoek om algemeen verlof en zijn verzoek om detentiefasering niet in behandeling zijn genomen door – zo begrijpt de beroepscommissie – zijn casemanager en/of de directeur. De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, omdat dit zou zijn gericht tegen een algemene regel. De beroepscommissie kan zich niet met dat oordeel verenigen. Er staat immers beklag open tegen zowel het niet voortvarend handelen van de casemanager als het weigeren van de directeur om een beslissing te nemen op een verzoek. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter daarom vernietigen en klager alsnog ontvangen in zijn beklag.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie als volgt.

Het verzoek om detentiefasering

Een gedetineerde heeft op grond van artikel 18, eerste lid, van de Pbw het recht om een verzoek tot (over)plaatsing – waaronder detentiefasering – in te dienen bij de Minister voor Rechtsbescherming. De directeur stelt hiertoe doorgaans een selectieadvies op.

Het verzoek om algemeen verlof

Op grond van artikel 2, eerste lid, en artikel 3, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) neemt de directeur een verzoek om verlof in ontvangst en wint de directeur alle benodigde inlichtingen en adviezen in. Vervolgens beslist de directeur of de Minister voor Rechtsbescherming op dit verzoek (artikel 2, tweede lid, van de Regeling) conform het bepaalde in de artikelen 6 respectievelijk 7 van de Regeling.

Niet in behandeling nemen van deze verzoeken

Het is ten aanzien van beide verzoeken niet aan de directeur of de casemanager om te beslissen dat de gedetineerde het verzoek niet kan indienen of dat dit verzoek – dan wel het opmaken van een selectieadvies – aangehouden moet worden. In de gegeven omstandigheden is het heel goed voorstelbaar dat met de gedetineerde wordt besproken of het niet verstandiger is om te wachten met het indienen van een verzoek, maar het is aan de gedetineerde om te bepalen of hij zijn verzoek wil voorleggen aan hetzij de directeur hetzij de Minister voor Rechtsbescherming om daarop te beslissen. In dat laatste geval stuurt de directeur het verzoek, vergezeld van een advies, door naar de Minister voor Rechtsbescherming.

Nu klagers verzoeken in strijd met de wet niet in behandeling zijn genomen zal de beroepscommissie het beklag gegrond verklaren.

De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, omdat niet is gebleken dat hij ongemak heeft ondervonden door het niet in behandeling nemen van zijn verzoeken. In dat kader is van belang dat de beroepscommissie de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof en de afwijzing van een verzoek tot plaatsing in een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting en het niet op een wachtlijst plaatsen daarvoor vanwege de getroffen coronamaatregelen tot 3 augustus 2020 niet onredelijk of onbillijk heeft geacht (respectievelijk RSJ 19 oktober 2020, R-20/7788/GA en RSJ 3 juli 2020, R-20/7129/GB).

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Deze uitspraak is op 19 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. S. Djebali, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven