Nummer
S-20/3974/SGA
Betreft
[...]
Datum
14 juli 2020
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [...] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein (hierna: de directeur) heeft (een deel van) verzoekers geld ingehouden.
Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van verzoekers mededeling dat hij beklag heeft ingediend.
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.
Verzoeker stelt dat hij door de bestreden beslissing geen verjaardagscadeau voor zijn kind kan kopen of het geld kan besteden. Volgens verzoeker is dit niet toegestaan en bepaalt hij zelf wat hij met zijn geld doet. Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat in de huisregels staat dat op een rekening-courant een saldo van maximaal € 500,= mag staan. Op verzoekers rekening-courant is een groot bedrag bijgeboekt waardoor zijn saldo het maximum van € 500,= overschreed. De directeur geeft aan dat het bedrag dat de € 500,= te boven gaat, is overgeboekt naar een geblokkeerde rekening. Deze geblokkeerde rekening is onderdeel van de inrichtingsrekening van verzoeker, welke ook zichtbaar is op zijn saldo-overzicht. Het is niet mogelijk het geld op de geblokkeerde rekening aan de inrichtingsrekening toe te voegen. De directeur geeft aan dat het van belang is dat verzoeker naast zijn inrichtingsrekening ook een eigen bankrekening heeft zodat het overige saldo daar naartoe kan worden overgeboekt.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is niet aannemelijk geworden dat de directeur ten onrechte een deel van verzoekers rekening-courantsaldo inhoudt, maar is gebleken dat dit in overeenstemming met de huisregels is overgeboekt naar een geblokkeerde rekening. De bestreden beslissing kan niet op voorhand onredelijk of onbillijk worden geacht. Het verzoek zal worden afgewezen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is op 14 juli 2020 gegeven door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door mr. S.C. Vogel, secretaris.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 14-08-2023 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 14-07-2020