Nummer R-19/4934/GA
Betreft [Klager]
Datum 14 oktober 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet naar behoren functioneren van de televisie en het weigeren van de directeur om de incasso voor de aansluitingskosten stop te zetten.
De beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft op 4 oktober 2019 het beklag gegrond verklaard en daarbij bepaald dat de inrichting de wekelijkse inning voor de aansluitkosten van de televisie à €3,- stopzet per 1 juli 2019 en de nadien afgeschreven termijnbetalingen terugstort, indien en voor zover dat bedrag nog niet reeds eerder vrijwillig door de directie als compensatie is uitgekeerd, tot het moment dat een nieuwe televisie is geplaatst (Nh 2019-000383). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klager heeft beroep ingesteld tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming voor de periode van 6 september 2018 tot en met 28 juni 2019.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de locatie Norgerhaven (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
De beklagcommissie heeft bepaald dat de inrichting de wekelijkse inning voor de aansluitkosten van de televisie à €3,- stopzet per 1 juli 2019 en de nadien afgeschreven termijnbetalingen terugstort, indien en voor zover dat bedrag nog niet reeds eerder vrijwillig door de directie als compensatie is uitgekeerd, tot het moment dat een nieuwe televisie is geplaatst. De beroepscommissie kan zich verenigen met deze wijze van compensatie van het door klager ondervonden ongemak. Om die reden zal het beroep ongegrond worden verklaard.
De beroepscommissie merkt nog op dat zij ambtshalve bekend is met een eerder beklag (Nh 2019/000221) van klager dat ziet op hetzelfde onderwerp en dezelfde periode als onderhavige klacht. De beroepscommissie heeft klagers beroep tegen die uitspraak van de beklagcommissie gegrond verklaard, het beklag gegrond verklaard en hem een tegemoetkoming toegekend van € 24,- (zie RSJ 14 oktober 2020, R-19/4289/GA). Normaliter kan niet twee keer worden geklaagd over hetzelfde onderwerp (en dezelfde periode). De beklagcommissie heeft echter in Nh 2019/000221 bepaald dat indien er binnen veertien dagen (de beroepscommissie begrijpt: na 25 juni 2019) geen oplossing is, klager hierover kan klagen. De beroepscommissie is daarom van oordeel dat er in dit specifieke geval sprake is van een uitzonderlijke situatie, waardoor klager zich twee keer heeft kunnen beklagen over hetzelfde feit.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde, met aanvulling van de gronden.
Deze uitspraak is op 14 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. J.B. Oreel, leden, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.
secretaris voorzitter