Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7911/GV, 6 oktober 2020, beroep
Uitspraakdatum:06-10-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/7911/GV

    

           

Betreft [Klager]

Datum 6 oktober 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 21 augustus 2020 klagers verzoek tot strafonderbreking afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. E.A. Blok, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klagers zestienjarige dochter is op 12 augustus 2020 aangehouden als verdachte in verband met een steekincident waarbij een vijftienjarig meisje is overleden. Dit incident heeft in klagers woning plaatsgevonden. De vrouw en kinderen (vijf, acht en dertien jaar oud) van klager zijn in shock en kunnen deze ingrijpende gebeurtenis in de persoonlijke sfeer emotioneel nauwelijks aan. Voor zover klagers dochter tijdens haar hechtenis een maatregel van alle beperkingen opgelegd had gekregen, geldt dat deze beperkingen reeds zijn opgeheven en dat zij weer contact met haar ouders mag hebben. Bovendien hebben klagers vrouw en kinderen zijn emotionele en praktische steun nodig. Verweerder stelt dat ondersteuning en begeleiding vanuit de wijkteams aanwezig is, maar dat wil niet zeggen dat klagers steun niet nodig is. Klager is de vader en man in het gezin en hij wil zijn verantwoordelijkheid nemen door zijn gezin dag en nacht te ondersteunen. Het betreft een traumatische gebeurtenis voor alle gezinsleden. Voor zover de maatschappelijke onrust door het delict groot zou zijn en het niet zou zijn uitgesloten dat deze onrust door de komst van klager en de bekendheid daarvan in de media ernstig zou worden vergroot, geldt dat de politie positief over het verzoek tot strafonderbreking heeft geadviseerd. De wijkagent kent de buurt en het gezin en verwacht geen onrust in de buurt als strafonderbreking aan klager wordt verleend.

Er bestaat geen gevaar dat klager zal vluchten of zich schuldig zal maken aan een nieuw strafbaar feit. Hij staat bekend als een voorbeeldgedetineerde, heeft een zacht karakter en is altijd vriendelijk en correct. De reclassering heeft alle risicogebieden op laag gesteld. Klager is first offender en het justitiële ingrijpen heeft naar de inschatting van de reclassering een corrigerende werking gehad. Het door klager gepleegde delict betreft geen gewelddadig delict en hij heeft een meewerkende houding. De reclassering heeft dan ook positief over het verzoek geadviseerd. Ook de wijkagent die betrokken is bij het gezin, adviseert positief over het verzoek en gezinszorg heeft aangegeven het verzoek te ondersteunen. Bovendien heeft het multidisciplinair overleg (MDO) positief over het verzoek tot strafonderbreking geadviseerd, omdat er voldoende vertrouwen bestaat in een positief verloop daarvan.

Verweerder dient een belangenafweging te maken en heeft onvoldoende gekeken naar de individuele belangen van klager, zijn functioneren in de inrichting en de noodzaak van de strafonderbreking. Klager verzoekt hem, gezien de traumatische gebeurtenis in zijn persoonlijke levenssfeer, alsnog strafonderbreking voor de duur van drie maanden te verlenen.

 

Standpunt van verweerder

Hoewel de aanhouding van klagers dochter een bijzondere omstandigheid in zijn persoonlijke sfeer betreft, is daarmee nog niet de noodzaak tot strafonderbreking aangetoond. Uit het verzoek blijkt dat klagers vrouw en kinderen op het adres van de zus van klagers vrouw verblijven, die hen ondersteunt. Ook kan ondersteuning vanuit het wijkteam worden geboden. Klagers wens om zelf zijn gezin te kunnen en mogen ondersteunen is begrijpelijk, maar maakt nog niet dat de noodzaak voor strafonderbreking is aangetoond of dat klager de enige is die deze ondersteuning kan bieden. Mocht klager de behoefte hebben om over de ingrijpende gebeurtenis in gesprek te gaan, dan zijn daartoe naast de reguliere bezoek- en belmomenten voldoende professionele mogelijkheden binnen detentie. Als klager zijn dochter in persoon zou willen bezoeken, kunnen de mogelijkheden daartoe vanuit detentie worden onderzocht.

Het verlenen van strafonderbreking aan klager kan tot maatschappelijke onrust leiden. Hoewel de wijkagent heeft aangegeven geen onrust in de directe wijk te verwachten, is de kans op maatschappelijke onrust daarbuiten niet ondenkbaar, gezien de ernst van de strafbare feiten waarvoor klager is veroordeeld alsmede het feit waarvan zijn dochter wordt verdacht.

De noodzaak tot strafonderbreking is onvoldoende aangetoond. Bovendien zijn er gronden om een eventuele strafonderbreking te weigeren. Deze gronden dienen zwaarder te wegen dan het persoonlijke belang van klager.

 

Uitgebrachte adviezen

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het verblijfadres bij strafonderbreking zou hetzelfde adres zijn als dat waarop het misdrijf waarvan klagers dochter wordt verdacht, heeft plaatsgevonden. Het verlenen van strafonderbreking aan klager zal door nabestaanden als schokkend worden ervaren. Bovendien is het onderzoek nog in volle gang. Volgens de directeur verzetten de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 4, onder f, i en j, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) zich tegen het verlenen van strafonderbreking aan klager.

Het MDO heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Gelet op klagers positieve functioneren in de inrichting, de verzoeken vanuit de politie en het wijkteam, het feit dat klager heeft laten zien verantwoordelijkheden aan te kunnen en zich hiernaar te gedragen en de lage recidivescores die vanuit de reclassering zijn aangeleverd, bestaat vanuit het MDO voldoende vertrouwen in een positief verloop van een strafonderbreking.

De politie heeft onderzoek gedaan naar het verlofadres en dit in orde bevonden.

 

3. De beoordeling

Klager is sinds 12 januari 2019 gedetineerd. Hij ondergaat een gevangenisstraf van 42 maanden met aftrek, wegens overtreding van de Opiumwet. De (fictieve) einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 1 mei 2021.

In artikel 34 van de Regeling staat dat strafonderbreking kan worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof.

Klager heeft verzocht om strafonderbreking voor de duur van drie maanden, omdat sprake is van een ingrijpende gebeurtenis in de persoonlijke sfeer en hij zijn gezin, dat in een shocktoestand verkeert, emotioneel en praktisch bij wil staan. Volgens klager is zijn emotionele en praktische steun, ondanks de ondersteuning en begeleiding vanuit de wijkteams, onontbeerlijk. Er is sprake van een voor alle gezinsleden traumatische gebeurtenis. Klager is de vader en man in het gezin en hij wil zijn verantwoordelijkheid nemen.

Klager is op 18 september 2020 geselecteerd voor deelname aan een penitentiair programma (PP) met als ingangsdatum 5 oktober 2020. Klager kan zijn gezin in het kader van zijn deelname aan het PP emotioneel en praktisch bijstaan. Reeds gelet hierop bestaat geen noodzaak tot het verlenen van strafonderbreking aan klager. De beroepscommissie zal de door klager aangevoerde gronden dan ook verder buiten beschouwing laten.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 6 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. S. Djebali, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven