Nummer R-19/5077/GA en R-19/5086/GA
Betreft [klager]
Datum 22 oktober 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de directeur)
en van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de toezichtsmaatregelen die hem zijn opgelegd met ingang van 30 augustus 2019 en eindigend op 28 februari 2020.
De beklagrechter bij de PI Vught heeft op 24 oktober 2019 het beklag op formele grond gegrond verklaard en een tegemoetkoming van €5.- toegekend en voor het overige ongegrond verklaard (VU-2019-1578). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld voor zover het beklag gegrond is verklaard.
Klagers raadsvrouw, mr. L.M. Smithuijsen, heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld voor zover het beklag ongegrond is verklaard. Zij heeft te kennen gegeven klager in het vervolg van de beroepsprocedure(s) niet bij te staan.
De beroepscommissie heeft in deze zaak aanvankelijk aan partijen laten weten dat zij in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt ter zitting naar voren te brengen. De maatregelen die de overheid heeft getroffen in verband met het tegengaan van de verdere verspreiding van het coronavirus, leidden ertoe dat het tot voor kort onduidelijk was wanneer behandeling op een zitting weer kon plaatsvinden. Daarom heeft de beroepscommissie in deze zaak alsnog afgezien van behandeling ter zitting en partijen in de gelegenheid gesteld schriftelijk hun standpunt kenbaar te maken. Dit dient ter bevordering van een afdoening van de zaak binnen een redelijke termijn met inachtneming van de belangen van partijen.
2. De beoordeling
Het beroep van klager
Hetgeen klager in beroep heeft aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Dit beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
Het beroep van de directeur
De directeur heeft aangevoerd dat klager, anders dan de beklagrechter heeft geoordeeld, wel is gehoord voordat de maatregelen zijn opgelegd. Klager is voorafgaand aan de beslissing van 27 augustus 2019 gehoord, zo blijkt uit de beslissing van 30 augustus 2019. De beslissing van 27 augustus 2019 is door de schorsingsvoorzitter geschorst (RSJ 30 augustus 2019, S 19/2168/SGA). Volgens de directeur moet de beslissing van 30 augustus 2019 worden gezien als herstelbeslissing en behoefde klager (drie dagen later) niet opnieuw te worden gehoord. De beroepscommissie volgt de directeur in dit standpunt. Zij zal het beroep van de directeur daarom gegrond verklaren. Zij zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen voor zover de directeur daartegen beroep heeft ingesteld en het beklag alsnog ongegrond verklaren.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur (met kenmerk R-19/5077/GA) gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager (met kenmerk R-19/5086/GA) ongegrond.
Deze uitspraak is op 22 oktober 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.
secretaris voorzitter