Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7727/GB, 10 augustus 2020, beroep
Uitspraakdatum:10-08-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7727/GB                        

Betreft [klager]            Datum 10 augustus 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 16 juli 2020 klager opgeroepen om zich op 13 augustus 2020 te melden in de locatie Ter Peel te Sevenum, voor het ondergaan van veertien dagen gevangenisstraf.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 28 juli 2020 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klagers vader (gemachtigde), [gemachtigde], heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is bij verstek veroordeeld vanwege rijden zonder rijbewijs. Hij had op de dag van de zitting last van clusterhoofdpijn en kon daarom niet met zijn kinderen naar de rechtbank komen. Klager heeft de afgelopen tijd met zijn drie kinderen in een opvanghuis gezeten van het Centrum Voor Dienstverlening (CVD) in Rotterdam, omdat de gezinssituatie ernstig is verstoord door zijn vrouw. Vorige week (op moment van schrijven) is hij eindelijk doorgestroomd naar een volgend adres. Hij moet nog heel veel zaken regelen, terwijl hij ook alleen verantwoordelijk is voor de zorg voor zijn kinderen van vijf, zeven en negen jaar oud. Voor financiële zaken wordt hij bijgestaan door een bewindvoerder. Het is onwenselijk als zijn kinderen in pleeggezinnen worden geplaatst vanwege een detentie van veertien dagen.

Verzocht wordt de gevangenisstraf om te zetten in een geldboete, de straf pas in april 2021 ten uitvoer te leggen (omdat de onder toezichtstelling dan mogelijk is beëindigd en moeder weer voor de kinderen mag zorgen), de straf uit te voeren in de weekenden of de straf om te zetten in een taakstraf.

Standpunt van verweerder

De noodzaak tot tenuitvoerlegging staat voorop. Verweerder is niet bevoegd een gevangenisstraf om te zetten naar een taakstraf of geldboete. De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft slechts als opdracht om de opgelegde vrijheidsstraf ten uitvoer te leggen. Het is niet mogelijk een gevangenisstraf in termijnen te ondergaan. Ten aanzien van klagers verzoek om uitstel wordt opgemerkt dat het beroepschrift onvoldoende met stukken is onderbouwd. Daardoor is niet gebleken dat hij de enige is die voor zijn kinderen zorgt. Voor de opvang kan wellicht een beroep worden gedaan op Bureau Jeugdzorg of het Centrum voor Werk en Gezin (de beroepscommissie begrijpt: het Centrum voor Jeugd en Gezin) in klagers woonplaats.

3. De beoordeling

De procedure voor zelfmelders is geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en hoofdstuk 2 van de Beleidsregel tenuitvoerlegging strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen.

De beroepscommissie is van oordeel dat de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Zij onderbouwt dat als volgt.

Klagers bezwaarschrift is ingediend door een ambulant begeleider van het CVD. Daaruit komt naar voren dat klagers gezin in de afgelopen jaren veelvuldig met huiselijk geweld te maken heeft gehad, waar de jonge kinderen getuige van zijn geweest. Hun moeder schreeuwde en sloeg regelmatig, maakte de huisraad kapot en sloot klager en de kinderen op in de woning. Op advies van de voogd wonen de kinderen nu bij klager. Het zou – naar de inschatting van de ambulant begeleider – niet goed zijn als zij hun vader niet meer zien. Ook zou sprake zijn van lopende zaken met professionals waarbij klagers aanwezigheid noodzakelijk is. Klager zorgt goed voor zijn kinderen.

Klager is op dit moment de enige die voor zijn kinderen zorgt. Zijn kinderen – en hijzelf – komen bovendien uit een heftige periode. Daarbij is hun woonsituatie zeer recent gewijzigd. Klager wordt door de hulpverleningsinstanties gezien als degene die op dit moment het best voor de kinderen kan zorgen. Hoewel klager op enig moment zijn gevangenisstraf zal moeten ondergaan – klager is immers onherroepelijk veroordeeld tot deze straf, dus hij dient deze straf te ondergaan, tenzij een daartoe ingediend gratieverzoek wordt ingewilligd en daarmee vermindering, verandering of kwijtschelding van die straf plaatsvindt – verzet het belang van de kinderen zich ertegen dat hij op dit moment gedetineerd raakt op grond van een relatief korte straf voor een feit zonder directe slachtoffers.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Tot die tijd hoeft klager zich dus niet te melden. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Deze uitspraak is op 10 augustus 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. M. Iedema en mr. A. Jongsma, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven