Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7107/GB, 7 augustus 2020, beroep
Uitspraakdatum:07-08-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7107/GB                                                

Betreft [Klager]            Datum 7 augustus 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 10 april 2020 beslist klager te plaatsen in de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (de BPG-afdeling) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 19 mei 2020 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw mr. M.P. Hilhorst en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

In de bestreden beslissing zijn onwaarheden vermeld. Voor het opsparen van medicatie is klager niet (onvoorwaardelijk) gestraft. Dit is afgedaan met een waarschuwing of een voorwaardelijke straf. Hij heeft tweemaal een rapport gekregen voor een positieve uitslag van een urinecontrole, maar in één van die gevallen was sprake van afbouw. Zijn urinecontroles zijn al ruim negen maanden ‘schoon’. Bovendien is geen mobiele telefoon met een oplader op zijn cel aangetroffen, maar heeft hij deze zelf aan het afdelingshoofd gegeven. De usb-stick die bij hem zou zijn aangetroffen, zat in een stoel die hij van het personeel had gekregen en die uit een andere cel afkomstig was. Hij is bovendien niet degene die een filmpje op YouTube heeft geplaatst, want het filmpje is verwijderd en een dag later opnieuw geplaatst terwijl klager in een strafcel zat. Klager heeft de onderschepte WhatsApp-berichten van 20 februari 2020 in een opwelling en uit frustratie gestuurd nadat hij te horen had gekregen dat zijn vader prostaatkanker heeft. Deze berichten worden uit onmacht tegen hem gebruikt, omdat hij bewijs heeft dat bepaalde personeelsleden corrupt zijn en hij dat ter bescherming van zijn gezin niet aan de directeur wil overhandigen. Klager wordt in een slecht daglicht gesteld, omdat de directeur naar de buitenwereld wil uitdragen dat de PI Vught een waterdichte beveiliging heeft. Klagers gezin lijdt daaronder. De screening van zijn partner en zijn moeder in het kader van bezoek heeft vier weken geduurd.

Standpunt van verweerder

In de bestreden beslissing is gerefereerd aan het selectieadvies. Daarin staat een opsomming van de disciplinaire straffen die aan klager zijn opgelegd en de rapporten die hem zijn aangezegd. De disciplinaire straffen die hem zijn opgelegd wegens een positieve uitslag van een urinecontrole en het frauderen bij een urinecontrole, zijn niet van recente datum. De WhatsApp-berichten die hij heeft verstuurd en waarin hij heeft aangegeven van plan te zijn te ontsnappen, zijn wel recent, te weten van februari 2020. Voor zover klager aanvoert de berichten in een opwelling te hebben verstuurd, geldt dat dit uit het afschrift van de onderschepte berichten niet blijkt. Zo heeft hij onder meer het bericht “alles is al geregeld” verstuurd. Uit een rapport van 30 maart 2020 volgt dat het afdelingshoofd filmpjes op YouTube heeft gezien waarin klager en twee medegedetineerden elkaar aan het filmen waren. Klager is op beeld te zien en heeft zelf ook gefilmd. Het feit dat hij een mobiele telefoon tot zijn beschikking had en filmpjes heeft gemaakt, vormt een ernstige bedreiging voor de orde, rust en veiligheid in de inrichting. Er zijn klager sinds eind december 2019 elf rapporten aangezegd wegens onder meer intimidatie, dreiging, werkweigering en het bezit van contrabande. Klager heeft op 30 maart 2020 personeelsleden bespuugd en daarbij de bewoordingen “krijg de corona”, “kankerhond”, “ik neuk je moeder”, “jullie gaan allemaal zien op sbs6” en “morgen ben ik weg hier” geuit. Klagers gedrag is dermate problematisch dat een overplaatsing naar een afdeling die is geënt op beheersproblematisch gedrag nodig is. Zijn gedrag zal op de BPG-afdeling worden geëvalueerd. Bij goed gedrag kan hij te zijner tijd in een groepje worden geplaatst en bij aanhoudend goed gedrag kan hij worden uitgeplaatst.  

3. De beoordeling

Klager verbleef in de gevangenis van de PI Vught. Op 13 april 2020 is hij in de BPG-afdeling van de PI Vught geplaatst, omdat zijn gedrag zodanig problematisch was dat hij niet langer in een regime van beperkte gemeenschap kon verblijven.

In een BPG-afdeling geldt een individueel regime. Op grond van artikel 11 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) kunnen in een individueel regime gedetineerden worden geplaatst die niet in staat of ongeschikt zijn om in een regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven, omdat zij een ernstig beheersrisico vormen. Dit beheersrisico kan het gevolg zijn van:

-           hun persoonlijkheid;

-           hun gedrag;

-           andere persoonlijke omstandigheden;

-           de aard van het door hen gepleegde delict; of

-           de aard van het delict waarvan zij worden verdacht dit te hebben gepleegd.

Uit het selectieadvies van de directeur van de PI Vught van 10 april 2020 volgt dat klager in de PI Vught aanvankelijk goed functioneerde, maar dat hij sinds er op de laatste dag van 2019 contrabande bij hem is aangetroffen, in een neerwaartse spiraal is terechtgekomen. Op

31 december 2019 is hem een disciplinaire straf opgelegd naar aanleiding van een viertal rapporten voor onder meer psychische bedreiging van personeel en het bezit van contrabande. Op 5 februari 2020 heeft hij een disciplinaire straf opgelegd gekregen wegens (verbale) bedreiging van personeel en de weigering opdrachten van personeel op te volgen. Op

30 maart 2020 is een filmpje op YouTube verschenen dat door klager en twee medegedetineerden in klagers cel is opgenomen. Vervolgens is op zijn cel een mobiele telefoon aangetroffen. Als gevolg daarvan is besloten hem in een isoleercel te plaatsen. Vervolgens zijn hem nog twee rapporten aangezegd. Het eerste rapport is aangezegd voor het bespugen van een personeelslid, waarbij klager de bewoordingen “krijg de corona”, “kankerhond”, “ik neuk je moeder”, “jullie gaan allemaal zien op sbs6” en “morgen ben ik weg hier” uitte. Later die avond is hem een tweede rapport aangezegd, omdat hij het ruitje van de isoleercel had ingeslagen, personeelsleden probeerde te bespugen en daarbij de bewoordingen “ik heb nu ook bloed”, “hoerenkinderen”, “er zijn schietpennen” en “de eerste twee kogels zijn voor jullie” uitte. Naar aanleiding van voornoemde gedragingen heeft de vrijhedencommissie van de PI Vught klager voorgesteld voor een horizontale overplaatsing naar een andere inrichting. Op de dag dat klager naar de gevangenis van de PI Almelo zou worden overgeplaatst, zijn door hem verstuurde WhatsApp-berichten onderschept waarin hij heeft aangekondigd tijdens een ziekenhuisbezoek te willen ontvluchten en dat alles voor deze ontvluchting al zou zijn geregeld. Naar aanleiding daarvan is alsnog geadviseerd klager in een BPG-afdeling te plaatsen.

Gelet op het voorgaande acht de beroepscommissie voldoende aannemelijk geworden dat klager met zijn gedrag een ernstig beheersrisico vormde en niet langer in een regime van beperkte gemeenschap kon verblijven. De bestreden beslissing kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 7 augustus 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. M. Iedema en mr. A. Jongsma, leden, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven