Nummer R-20/7683/GB
Betreft [klager] Datum 6 augustus 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 13 juli 2020 klager opgeroepen om zich op 10 augustus 2020 te melden in de Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwegein, voor het ondergaan van 296 dagen gevangenisstraf.
Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 24 juli 2020 het bezwaar ongegrond verklaard.
Klagers raadsman, mr. J.J. Eizenga, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klagers medische situatie maakt noodzakelijk dat de aangevangen behandeling van zijn apneu wordt voortgezet. Hij lijdt aan een zeer ernstige vorm van apneu. Gebruik van een daarvoor bedoelde machine ter bestrijding is noodzakelijk. Deze wordt momenteel voor hem ingeregeld. De leverancier en het ziekenhuis moeten de machine via een wifiverbinding kunnen aanpassen en afstemmen op klagers behoeften. Deze mogelijkheden zijn er niet in de inrichting. De afstemming zal eind september / begin oktober 2020 gereed zijn. De melddatum is dus te vroeg.
Daarnaast is klagers partner herstellende van een ernstige kankeraandoening. Verweerder stelt dat zij zichzelf kan redden, maar daarmee wordt de situatie onvoldoende onderkend. Uit een overgelegd medisch stuk blijkt dat zij een zwakke conditie heeft. Zij kan de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) niet doen. De zorg van klager is noodzakelijk. In de huidige coronatijd is het van belang dat klagers partner zo min mogelijk mensen ziet en zoveel mogelijk thuisblijft. Zij valt in de risicogroep.
Standpunt van verweerder
Klager is eerder opgeroepen geweest. Op 6 maart 2020 is het schorsingsverzoek afgewezen (S-20/3157/SGB) en op 16 maart 2020 is klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep (R 20/6243/GB). De bestreden beslissing is op juiste gronden genomen.
3. De beoordeling
De procedure voor zelfmelders is geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en hoofdstuk 2 van de Beleidsregel tenuitvoerlegging strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen.
Klager wil graag uitstel van zijn melddatum, omdat dan eerst op de juiste wijze een apparaat tegen zijn apneu kan worden ingesteld en omdat hij de noodzakelijke dagelijkse zorg aan zijn vrouw verleent.
Verweerder heeft (in bezwaar) kennelijk navraag gedaan bij de medische dienst van de PI Nieuwegein. Daaruit zou blijken dat klagers apneu geen beletsel vormt voor zijn detentie, omdat hij zijn eigen apparaat mee kan nemen. In beroep is namens klager evenwel aangevoerd dat en waarom dat op dit moment in zijn geval niet goed mogelijk is. Niet is gebleken dat klagers specifieke situatie ook is voorgelegd aan de medische dienst. De medisch adviseur bij de afdeling Individuele Medische Advisering (IMA) is kennelijk in het geheel niet om advies gevraagd. Ook de situatie van klagers partner is niet nader onderzocht. De door klager aangedragen argumenten en overgelegde stukken – ten aanzien van beide onderdelen – hadden daartoe wel aanleiding moeten geven.
Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak, nadat de medisch adviseur van de afdeling IMA advies heeft uitgebracht. Tot die tijd hoeft klager zich dus niet te melden. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak, nadat de medisch adviseur van de afdeling IMA advies heeft uitgebracht. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Deze uitspraak is op 6 augustus 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. M. Iedema en mr. A. Jongsma, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.
secretaris voorzitter