Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5522/GA, 5 augustus 2020, beroep
Uitspraakdatum:05-08-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Voeding  v

Nummer          R-19/5522/GA                        

Betreft [klager]            Datum 5 augustus 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet innemen van teruggeroepen vleeswaren en het niet verstrekken van vervangende producten (G-2019/850).

De alleensprekende beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 27 november 2019 het beklag ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Sittard (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De beklagrechter is niet ingegaan op klagers stelling dat de teruggeroepen vleeswaren niet zijn ingenomen. Het niet innemen daarvan is gevaarlijk. Er zijn op 6 oktober 2019 wel vervangende producten geleverd, maar alleen in het huis van bewaring. De vervangende producten kwamen mondjesmaat binnen en er is ook niet medegedeeld wanneer de vleeswarenlevering weer zou worden hervat. Van een extra verstrekking is nooit sprake geweest.

Standpunt van de directeur

De directeur heeft het standpunt in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling

Niet innemen van teruggeroepen vleeswaren

Klager heeft zich in beklag en beroep op het standpunt gesteld dat niet alle teruggeroepen vleeswaren ook zijn ingenomen. In zijn klaagschrift heeft hij concreet aangeduid welke vleeswaren dit (onder meer) betrof. De directeur heeft in beklag slechts gereageerd door te verwijzen naar een e-mail van een medewerker van Sodexo, welk bedrijf verantwoordelijk was voor de levering van de vleeswaren. Daarin wordt alleen de algemene mededeling gedaan dat alle vleeswaren ingeleverd moesten worden.

Niet is gebleken van enig onderzoek naar klagers stelling. Bij deze stand van zaken moet het ervoor worden gehouden dat niet alle vleeswaren bij klager zijn ingenomen. Hoewel het raadzaam voorkomt dat de directeur de door gedetineerden gekochte, mogelijk besmette vleeswaren onder hen laat innemen, is dit onvoldoende om te oordelen dat de directeur niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan, door dit niet (in alle gevallen) te doen. De directeur heeft voldoende ruchtbaarheid gegeven aan de omstandigheid dat de in de winkel verkochte vleeswaren mogelijk besmet waren. Klager, die dit ook heeft vernomen, kon deze dus ook zelf weggooien.

Niet verstrekken van andere producten of extra vleeswaren

De beroepscommissie ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de inlichtingen van de directeur. Daaruit komt het volgende naar voren.

Door een geconstateerde bacteriële besmetting bij de leverancier konden enige tijd geen vleeswaren worden geleverd. Waar mogelijk zijn andere producten geleverd en er is naar gestreefd om achteraf extra vleeswaren te leveren. Hiermee is voldoende aannemelijk geworden dat de directeur aan zijn zorgplicht heeft voldaan.

Conclusie

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Deze uitspraak is op 5 augustus 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. D. van der Sluis, voorzitter, U.P. Burke en mr. M. Keppels, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven