Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6140/GB, 3 augustus 2020, beroep
Uitspraakdatum:03-08-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/6140/GB                        

Betreft [klager]            Datum 3 augustus 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot deelname aan een penitentiair programma (PP).

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 10 februari 2020 afgewezen.

Klagers raadsman, mr. M.A.M. Karsten, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Er is geen belangenafweging gemaakt. Klagers gedrag in de inrichting was goed. De politie en het Openbaar Ministerie (OM) hadden geen bezwaar. De reclassering adviseerde positief. Klager was gemotiveerd om aan zijn re-integratie te werken. Hij voldeed aan de voorwaarden. Er is niet gebleken dat er concreet gevaar uitgaat van klager richting zijn (ex-)vrouw. Hij is begaan met haar en met hun kinderen. Er is geen sprake van recidive op het gebied van (huiselijk) geweld. Klager heeft in het verleden altijd meegewerkt met de reclassering. Eventueel gevaar had bovendien door bijzondere voorwaarden kunnen worden ondervangen. Verzocht wordt – onder meer – aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van verweerder

Klagers verzoek is afgewezen, vanwege de uitlatingen die klager tijdens zijn detentie heeft gedaan ten aanzien van het slachtoffer, omdat er geen mogelijkheden zijn voor een locatieverbod, nu het slachtoffer op een geheim adres verblijft, de jeugdbescherming vermoedt dat klager weet waar het slachtoffer verblijft, de inrichting negatief heeft geadviseerd en onderzoek naar de samenhang van drugsgebruik en delictgedrag noodzakelijk is. Dit onderzoek heeft niet plaatsgevonden. In november 2019 adviseerde het OM positief, maar in september 2019 adviseerde het OM nog negatief. Een observatie in het Pieter Baan Centrum (PBC) was geïndiceerd, nadat klager beperkt had meegewerkt aan het reclasseringsonderzoek. Klagers vrouw en kinderen verblijven in een blijf-van-mijn-lijfhuis. Klager mag niet weten waar zij verblijven. Klagers gedrag in de inrichting is over het algemeen goed. Wel is hij meerdere keren gesanctioneerd vanwege drugsgerelateerde feiten. De reclassering achtte klagers middelengebruik zorgelijk. De risico’s werden als gemiddeld ingeschat.

3. De beoordeling

Klager was sinds 15 december 2018 gedetineerd. Hij onderging een gevangenisstraf van zestien maanden (het onvoorwaardelijke gedeelte van een totale gevangenisstraf van vierentwintig maanden) met aftrek, wegens bedreiging en poging tot doodslag van zijn toenmalige vrouw. Op 8 april 2020 is klager in vrijheid gesteld.

Nu klager in vrijheid is gesteld, heeft hij in beginsel geen belang meer bij het beroep en zou hij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. In beroep is echter verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Daarom zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

Op grond van artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) en artikel 7 van de Penitentiaire maatregel (Pm) komen voor deelname aan een PP gedetineerden in aanmerking:

-    aan wie een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd;

-    die vijf zesde deel van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan;

-    die een strafrestant hebben van minimaal vier weken en maximaal een jaar;

-    die beschikken over een aanvaardbaar verblijfadres; en

-    die hebben verklaard om bereid te zijn zich te houden aan de voorwaarden van het PP.

Op grond van deze artikelen spelen ook de volgende aspecten een rol:

-    de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict;

-    het detentieverloop (waaronder het gedrag van de gedetineerde, het nakomen van afspraken door de gedetineerde en zijn gemotiveerdheid);

-    het gevaar voor recidive;

-    de mate waarin de gedetineerde in staat zal zijn om te gaan met de vrijheden tijdens zijn deelname aan het PP;

-    de geschiktheid van de gedetineerde voor deelname aan een PP;

-    de mate van onzekerheid over de datum van invrijheidstelling; en

-    eventuele andere omstandigheden die zich tegen deelname verzetten.

Bij de beoordeling moeten ook de belangen van slachtoffers en nabestaanden worden meegewogen.

Klager is veroordeeld voor een feit dat naar zijn aard grote impact heeft op zijn vrouw (het slachtoffer) en hun kinderen. De reclassering schatte klagers recidiverisico in als gemiddeld en constateerde daarbij serieuze problemen op diverse leefgebieden (dagbesteding, financiën, relatie partner, gezin en familie en middelengebruik) die direct zijn gerelateerd aan klagers delict. Klager wil de relatie met zijn vrouw voortzetten, terwijl zij van hem wil scheiden. De reclassering ziet hierin een risicofactor. Hoewel het adres van klagers vrouw geheim is, werd vermoed dat klager hiervan op de hoogte was. Daarnaast acht de reclassering klagers delictverleden zorgwekkend. Weliswaar adviseerde de reclassering zelf positief over klagers deelname aan een PP, maar de inrichting adviseerde negatief, vanwege de belangen van het slachtoffer.

Gelet op deze omstandigheden, waaronder het gevaar voor recidive en de aard en achtergrond van het delict, en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – waaronder die van het slachtoffer – kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 3 augustus 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. M. Iedema en mr. A. Jongsma, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven