Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/3994/SJZ, 20 juli 2020, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          S-20/3994/SJZ                       

Betreft [verzoekster]   Datum 20 juli 2020

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoekster], geboren op [datum] 2004 (hierna: verzoekster)

1. De procedure

De directeur van de gesloten accommodatie De Lindenhorst (Pluryn) te Zeist (hierna: de directeur van de instelling) heeft op 14 juli 2020 aan verzoekster beperkende maatregelen opgelegd, inhoudende het niet naar buiten mogen gaan en het niet mogen gebruiken van haar mobiele telefoon.

Verzoeksters raadsman, mr. J.J. Weldam, vraagt namens verzoekster om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van het klaagschrift van 15 juli 2020. De directeur van de instelling heeft – hoewel herhaaldelijk daarom gevraagd – niet gereageerd op het verzoek.

2. De beoordeling

Verzoekster stelt dat er onvoldoende grondslag is voor de opgelegde beperkingen. De beperkingen staan volgens haar niet in verhouding tot de vermeende verwijtbare gedraging. Bovendien zouden de beperkingen niet noodzakelijk zijn, als bedoeld in artikel 6.3.1, eerste lid en tweede lid, aanhef en onder a. en b., van de Jeugdwet.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter staat – op grond van artikel 6.5.1 in verbinding met artikel 6.3.3, eerste lid, aanhef en onder a., van de Jeugdwet – beklag open tegen de bestreden beslissing. Op grond van artikel 6.5.2 van de Jeugdwet is de voorzitter bevoegd de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing te schorsen, hangende de beslissing op de klacht.

Nu het verzoek op grond van de wet voor toewijzing in aanmerking kan komen en de directeur van de instelling niet op het verzoek heeft gereageerd, zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

Deze uitspraak is op 20 juli 2020 gegeven door mr. P. de Bruin, voorzitter, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven