Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0116/GB, 5 maart 2004, beroep
Uitspraakdatum:05-03-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/116/GB

Betreft: [klager] datum: 5 maart 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 22 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, gedateerd 16 januari 2004,van

[...], geboren op [1983], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 januari 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-h.v.b.) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrondverklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 26 september 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. De Schie te Rotterdam. Op 21 januari 2004 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
De beslissing tot plaatsing in een jovo-h.v.b. is alleen gebaseerd op klagers leeftijd. Geestelijk en lichamelijk is klager veel verder ontwikkeld dan de gemiddelde jovo-gedetineerde. Tot 2 juni 2003 zat klager nog in hetjovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld en hij is daar letterlijk gek geworden. Hij heeft rust nodig en die vindt hij niet op een jovo-afdeling. Voordat de beslissing genomen werd, heeft klager meermalen de selectiefunctionaris geschreven methet verzoek om hem niet in een jovo-h.v.b. te plaatsen. Klager heeft een zeer zware vorm van stress gekregen, die zich psychisch en fysiek uit. Hij heeft daar Oxazepam voor voorgeschreven gekregen. Vrijwel iedere nacht heeft klagernachtmerries over de jovo-afdeling. Zijn vorige verblijf in Vught kostte klager de relatie met zijn vriendin en daardoor is hij dakloos geworden. Het gevolg daarvan was dat klager vier maanden later weer gedetineerd is met eenernstige verslaving. Klager is wanhopig.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Telefonisch is navraag gedaan bij het b.s.d. van het h.v.b. De Schie. De jovo-indicatie van klager is door hen niet ingetrokken. Het PMO was door klager ondanks het advies daartoe ook niet bevraagd. Voorgaande detentie 2002/2003heeft klager eveneens in het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld gezeten. De plaatsing in Vught is mede gelegen in het feit dat klager voor het parket Breda is ingesloten en derhalve in het ressort Den Bosch geplaatst dient te wordenvanwege de rechtsgang. Vught is binnen dit ressort aangewezen voor de opvang van jovo-gedetineerden.

4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologischonvolwassenen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid datpsychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van
de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling,waar in de verzamelstaat klager ten onrechte als first offender wordt aangeduid, gebleken dat hij een tekortkoming heeft voor wat betreft agressie; dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van deRegeling. Het bestaan van die indicatiestelling blijkt uit het zich bij de stukken bevindende formulier ‘eerste indicatiestelling’. Tegen de achtergrond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat klager inbeginsel in aanmerking komt voor plaatsing in een jovo-inrichting.
Nu klager evenwel de jovo-indicatie gemotiveerd betwist met een beroep op het feit dat hij een eerdere detentie in het jovo-circuit heeft ondergaan en die als zeer negatief heeft beleefd, waarover hij concrete bezwaren naar vorenheeft gebracht, moet de beslissing van de selectiefunctionaris als onvoldoende gemotiveerd worden aangemerkt. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing tenemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor toekenning van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken naontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 5 maart 2004

secretaris voorzitter

Naar boven