nummer: 04/180/GA
betreft: [klager] datum: 11 maart 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 29 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.W.Koevoets, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak d.d. 5 januari 2004 van de beklagcommissie bij locatie Zoetermeer, welke op 15 januari 2004 aan klager en de directeur is verzonden,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voorzover in beroep aan de orde – schade, ontstaan tijdens het vervoer van een aan klager toebehorende radio, bij gelegenheid van klagers overplaatsing vanuit de locatie Zoetermeer naar een andere inrichting.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De directeur van de locatie Zoetermeer heeft tegenover klager aangegeven bereid te zijn een tegemoetkoming te betalen voor de schade aan klagers radio. Daarnaast heeft de directeur verklaard niet aansprakelijk te zijn voor de schadeomdat de goederen op reguliere wijze zijn verzonden naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Haaglanden in
’s-Gravenhage, van waaruit de goederen weer zijn verzonden naar de locatie Roermond, alwaar klager zijn goederen in ontvangst heeft genomen. Het komt klager voor dat de directeur door het aanbod tot betaling van een tegemoetkomingzijn schadeplichtigheid erkent. Om die reden dient klager alsnog ontvankelijk te worden verklaard en moet het beklag gegrond worden verklaard. In dat geval dient aan klager een hoger bedrag als tegemoetkoming te worden toegekend dande door de directeur voorgestelde € 30,=. De reparatiekosten van de radio zullen het door de directeur aangeboden bedrag overstijgen. Gelet daarop wordt een tegemoetkoming ten bedrage van € 100,= alleszins redelijk geacht.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep gehandhaafd en verklaard aan te sluiten bij hetgeen de beklagcommissie heeft beslist.
3. De beoordeling
Klager is naar aanleiding van een disciplinaire straf vanuit de locatie Zoetermeer overgeplaatst naar de p.i. Haaglanden te ’s-Gravenhage. Vanuit die p.i. is hij vervolgens overgeplaatst naar de locatie Roermond. Klagers cel is doormedewerkers van de locatie ontruimd. Daarvan is een ontruimingsverslag opgemaakt. Vervolgens zijn klagers goederen verzonden naar ’s-Gravenhage, van waaruit die goederen weer zijn verzonden naar de locatie Roermond, alwaar getekendis voor de ontvangst van die goederen. Gelet daarop kan hetgeen in beroep is aangevoerd – voorzover dat is komen vast te staan – naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van debeklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
De omstandigheid dat de directeur van de locatie Zoetermeer uit – zo verstaat de beroepscommissie – coulanceoverwegingen heeft aangeboden aan klager een financiële tegemoetkoming te bieden, maakt dat oordeel niet anders. Het is aanklager en de directeur om in onderling overleg afspraken te maken over de uitbetaling van de door de directeur aangeboden tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 maart 2004
secretaris voorzitter