Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5483/GA, 20 juli 2020, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/5483/GA                   

Betreft [klager]            Datum 20 juli 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van 4 november 2019 om zijn partner te weigeren als bezoeker (G-2019-903).

De alleensprekende beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 28 november 2019 het beklag ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft in deze zaak aanvankelijk aan partijen laten weten dat zij in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt ter zitting naar voren te brengen. De maatregelen die de overheid heeft getroffen in verband met het tegengaan van de verdere verspreiding van het coronavirus, leiden ertoe dat het onduidelijk is wanneer behandeling op een zitting weer kan plaatsvinden. Daarom heeft de beroepscommissie in deze zaak alsnog afgezien van behandeling ter zitting en partijen in de gelegenheid gesteld schriftelijk hun standpunt kenbaar te maken. Dit ter bevordering van een afdoening van de zaak binnen een redelijke termijn met inachtneming van de belangen van partijen.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het detectiepoortje bij de inrichting piepte toen klagers partner erdoorheen liep. Waarschijnlijk kwam dit door een knoopje aan haar broek. Zij werd vervolgens direct verzocht de PI te verlaten. Zij kreeg niet de gelegenheid om een tweede keer door het detectiepoortje te lopen. Ook weigerde het personeel haar met een handdetector te controleren. Een en ander is ten onrechte. Ook in de huisregels van de PI Sittard staat dat bezoek pas wordt geweigerd als het “uiteindelijk niet lukt om de detectieprocedure succesvol (piepvrij) te doorlopen” (paragraaf 3.8.1.). De zin daarna ziet op de situatie dat een bezoeker de inrichting verlaat, zich omkleedt en daarna weer terugkomt. Dan wordt een nieuwe poging niet toegestaan.

Het detectiepoortje in de PI Sittard staat extreem scherp afgesteld. Klagers raadsvrouw houdt bij een bezoek aan de PI altijd rekening met haar kleding, maar ook zij komt niet altijd direct piepvrij door het poortje van de PI Sittard. Zij krijgt dan echter nog een kans of wordt met de handdetector gecontroleerd. Aan de linkerkant van de hal bevindt zich een kamertje dat geschikt is om buiten het zicht van anderen kledingstukken uit te trekken. Klagers partner had de gelegenheid moeten krijgen om daar de oorzaak van het piepen van de detectiepoort weg te nemen. Die mogelijkheid heeft klagers raadsvrouw jaren geleden met de toenmalige vestigingsdirecteur besproken en deze ruimte wordt ook benoemd in (dezelfde paragraaf in) de huisregels.

Klagers partner draagt geen beugelbeha als zij klager komt bezoeken, omdat zij hiervoor eerder – in september 2019 – is gewaarschuwd. Bezoek van zijn partner is voor klager cruciaal. Het is ook een fundamenteel recht, gelet op artikel 38 van de Penitentiaire Beginselenwet (Pbw) en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Standpunt van de directeur

De paragraaf in de huisregels dient als geheel te worden gelezen. Dat betekent stapsgewijs het volgende:

-    Bezoeker komt binnen, wordt ingeschreven, in de gelegenheid gesteld alle metalen voorwerpen in de doorlichting te plaatsen en dient (uiteindelijk) piepvrij de detectiepoort te passeren.

-    Wanneer de detectiepoort piept, wordt er eenmalig een waarschuwing gegeven. Deze wordt geregistreerd in de bezoekadministratie. De bezoeker wordt handmatig gecontroleerd en mag, indien vrij van contrabande, de inrichting betreden.

-    Wanneer de bezoeker bij een volgend bezoek, na afleggen van alle metalen voorwerpen, wederom (uiteindelijk) piept, wordt hem / haar de toegang tot de inrichting geweigerd.

-    Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een speurhond en deze gaat zitten bij de bezoeker, kan deze bezoeker vrijwillig meewerken aan een fouillering in een daarvoor bestemde ruimte.

-    De genoemde ruimte is niet bedoeld als kleedlokaal. Het is niet de bedoeling dat bezoekers zich daar, of buiten de inrichting, ontdoen van kledingstukken.

-    De betreffende bezoeker mag, zolang er geen contrabande wordt aangetroffen, bij een volgend bezoekmoment gewoon weer op bezoek komen.

De detectiepoort is afgesteld conform de landelijke richtlijnen. Voor ambtelijk bezoek kan eventueel gebruikgemaakt worden van een handdetector. Bij reguliere bezoekers wordt dit alleen toegepast bij mensen die een prothese dragen.

3. De beoordeling

De gang van zaken

Vaststaat dat klagers bezoekster (zijn partner) op 4 november 2019 is geweigerd, omdat zij niet piepvrij door de detectiepoort kwam. Klager heeft daarover gesteld dat zijn partner slechts eenmaal de gelegenheid heeft gekregen om de poort te passeren. Toen deze piepte, heeft zij geen gelegenheid gehad om het probleem te achterhalen, te verhelpen en het nogmaals te proberen. Klager heeft dit in beklag en beroep gesteld en de directeur heeft deze lezing niet weersproken. De beroepscommissie gaat er daarom van uit dat het inderdaad zo is gegaan.

De huisregels

In paragraaf 3.8.1. van de huisregels van de PI Sittard is – voor zover hier relevant – het volgende bepaald:

Uw bezoekers worden bij binnenkomst gecontroleerd met behulp van detectieapparatuur. Daarbij bestaat de mogelijkheid dat uw bezoeker extra gecontroleerd wordt met behulp van speurhonden. Zij die weigeren zich hieraan te onderwerpen worden niet tot de inrichting toegelaten. Als daar aanleiding voor is wordt de bezoek(st)er verzocht mee te werken aan controle aan de kleding (fouilleren). Dit vindt plaats in de fouilleerruimte nabij de entree. Vrouwen worden door vrouwelijke personeelsleden gefouilleerd en mannen door mannelijke personeelsleden.

Als medewerking wordt geweigerd of het uiteindelijk niet lukt de detectieprocedure succesvol (piepvrij) te doorlopen dan zal aan de bezoek(st)er de toegang tot de inrichting worden geweigerd. Een tweede poging (bijvoorbeeld na omkleden in de auto) om de inrichting te betreden is niet toegestaan. Als er contrabande wordt aangetroffen wordt eveneens de toegang tot de inrichting geweigerd en zal de toegang tot de inrichting ontzegd worden voor een nader te bepalen periode. Ook kan door de inrichting aangifte worden gedaan bij de politie.

Is de procedure goed verlopen?

Uit de huisregels blijkt dat een bezoeker de detectieprocedure succesvol moet doorlopen om toegelaten te worden tot de inrichting. In de huisregels staat niet hoe vaak een bezoeker mag proberen piepvrij door de detectiepoort te komen. Weliswaar is het niet toegestaan om ‘een tweede poging de detectieprocedure succesvol te doorlopen’ te doen, maar dat ziet – gelet op het voorbeeld tussen haakjes – kennelijk op de situatie dat iemand de inrichting verlaat en kort daarop terugkeert.

Binnen de detectieprocedure is het op grond van de huisregels kennelijk niet uitgesloten om vaker dan eens door de detectiepoort te lopen, wat reeds blijkt uit het woord ‘uiteindelijk’. De beroepscommissie acht het bovendien onredelijk en onbillijk om een bezoeker geen tweede kans te geven. Het is immers goed voorstelbaar dat een – goedbedoelende – bezoeker vergeet iets van metaal af te doen of zich er niet van bewust is dat een kledingstuk een onderdeel bevat waar de detectiepoort op aanslaat. Redelijkerwijs dient het uitgangspunt dan ook te zijn dat een bezoeker de mogelijkheid krijgt om dit op enigerlei wijze ter plekke te herstellen. Dat klagers bezoekster eerder niet piepvrij door de detectiepoort kwam, omdat zij een beugelbeha droeg, is onvoldoende om haar enkele weken later geen tweede mogelijkheid te bieden om de detectiepoort te passeren.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de beslissing van de directeur als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €25,-.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €25,-.

Deze uitspraak is op 20 juli 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, U.P. Burke en mr. M. Keppels, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven