Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/4027/STA, 24 juli 2020, schorsing
Uitspraakdatum:24-07-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-20/4027/STA

Betreft : [klager]         datum: 24 juli 2020

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. J.A. Huibers, namens […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder de instelling te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de instelling van 15 juli 2020, inhoudende de beperking van verzoekers bewegingsvrijheid tot de unit.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van en van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde instelling van 24 juli 2020.

1.         De beoordeling

De voorzitter overweegt dat artikel 58, tweede en vijfde lid, van de Bvt bepaalt dat het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na het bekend worden aan klager moet worden ingediend; als dag van indiening geldt de dag van ontvangst door de secretaris van de beklagcommissie dan wel de dagtekening van verzending van het klaagschrift door de inrichting; termijnoverschrijding wordt niet tegengeworpen als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de verpleegde in verzuim is geweest.

Op grond van artikel 57, eerste lid, van de Bvt staat tegen een beslissing tot beperking van de bewegingsvrijheid als bedoeld in artikel 33 van de Bvt beklag open nadat de bedoelde beperking een week heeft geduurd. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie is daarom voor de ontvankelijkheid van de klacht – en daarmee het schorsingsverzoek – de duur van de maatregel ten tijde van het beoordelen bepalend. Ten tijde van het beoordelen van het schorsingsverzoek duurde de bedoelde beperking meer dan een week. Verzoeker kan dus worden ontvangen in zijn verzoek.

Uit de inlichtingen van het hoofd van de instelling komt naar voren dat de beperking van de bewegingsvrijheid is beëindigd op 23 juli 2020. Het verzoek kan dus niet meer tot het beoogde resultaat leiden. Verzoeker heeft dan ook geen belang meer bij een toewijzing van het verzoek. De voorzitter zal het verzoek daarom afwijzen.

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. R.M. Maanicus, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. de Vries, secretaris, op 24 juli 2020.

secretaris                                            voorzitter

Naar boven