Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5981/TA, 7 juli 2020, beroep
Uitspraakdatum:07-07-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:         R-20/5981/TA

betreft: [klager]            datum: 7 juli 2020

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 4 februari 2020 van de beklagrechter bij FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de instelling, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft geluidsoverlast in de ochtend van 7 december 2019 als gevolg van bouwwerkzaamheden op unit Eems 3 (Me 2019-000349).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en het hoofd van de instelling

Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Diverse medepatiënten hebben bij de sociotherapeuten van de afdeling geklaagd en daarna ook de afdeling via de mail. Het ging over de geluidsoverlast op zaterdag 7 december 2019 maar ook in de dagen ervoor en erna is geklaagd over het hakken en timmeren onder de verblijven van de afdeling Marne 1. De overlast heeft enkele weken geduurd. Naar verwachting zal de verbouwing van een volgende afdeling opnieuw voor veel geluidsoverlast zorgen.

Er geldt op de afdeling Marne 1 een stilteregeling tussen 13.00 en 14.30 uur om de patiënten rust te gunnen tijdens hun behandeling. Geluidsoverlast was aangekondigd maar zou uitsluitend door de weeks plaatsvinden in de tijd voor werk of therapie. Er was geluidsoverlast tijdens etenstijd.

De instelling heeft de regels omtrent geluidsoverlast van de Wet ARBO grof overschreden en te weinig gedaan om de overlast te beperken. Bij volgende verbouwingen dienen de ARBO-regels op zijn minst gehandhaafd moeten worden.

Namens het hoofd van de instelling is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Klagers originele klacht ziet enkel op de overlast die is ervaren op zaterdag 7 december 2019 van 8.30 tot 10.30 uur.

3.         De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij is in aanmerking genomen dat het beklag volgens het klaagschrift van 9 december 2019, het verslag van de maandcommissaris en de behandeling ter zitting van de beklagcommissie uitsluitend betrekking heeft op de in de ochtend van zaterdag 7 december 2019 ervaren geluidsoverlast. Deze overlast was incidenteel en van relatief korte duur.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, mr. M.J.H. van den Hombergh en

mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 juli 2020.     

secretaris                                voorzitter                    

Naar boven