Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0033/GB, 27 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/33/GB

Betreft: [klager] datum: 27 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 8 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1948], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 december 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris die klager op 5 januari 2004 heeft ontvangen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 15 april 2003 gedetineerd. Hij verblijft sedert 10 juli 2003 in het huis van bewaring Haarlem. Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor de gevangenis Zuyder Bos, waar een regime van algehele gemeenschapgeldt. Deze plaatsing was ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 16 maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 5 november 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 19 maart 2004.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager zou volgens het openbaar ministerie een contactverbod hebben overtreden. Het contactverbod zoals dit uit het vonnis van de rechtbank te Alkmaar volgt is in het kader van een voorwaardelijke veroordeling als bijzonderevoorwaarde gedurende de proeftijd opgelegd. De proeftijd zal op 19 maart 2004 ingaan, de v.i.-datum van klager.
Klager ontkent tijdens de detentie contact te hebben gezocht met de slachtoffers. Hij heeft alleen gemaild met één van de slachtoffers en dat was voordat deze aangifte had gedaan. Klager heeft toen geen dreigende taal gebruikt.Klager is degene geweest die als eerste melding heeft gemaakt van deze zedenzaak, omdat hij werd gechanteerd en dit niet pikte. Van mogelijke wraakacties is klager niets bekend, alleen van bedreiging, smaad en laster via de e-mail,omdat hij aangifte had gedaan en toen niet meer gechanteerd kon worden.
Het is voor klager belangrijk om voor detentiefasering in aanmerking te komen, omdat het voortbestaan van zijn drie winkels en het personeel in gevaar komt. Daarnaast probeert klager het leven van zijn 14 jarige zoon, die bij hemwoont, in goede banen te leiden. Detentiefasering maakt bovendien een directe instroming op een forensisch psychiatrische afdeling mogelijk.
Klagers voorlopige hechtenis is een periode geschorst en gedurende die periode hield hij zich strikt aan de regels. Klager heeft bewust geen hoger beroep aangetekend om zo snel mogelijk weer terug te keren in de maatschappij.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager werd door de inrichting voorgesteld voor plaatsing in een normaal beveiligde inrichting. Reden hiervoor was het feit dat de officier van justitie ernstig bezwaar maakte tegen het verlenen van regimair verlof aan klager.Inmiddels is de ontslagdatum van klager zo dichtbij dat de selectiefunctionaris positief heeft beslist op zijn verzoek om algemeen verlof. Er hebben zich tijdens dit verlof geen bijzonderheden voorgedaan. Verwacht mag worden dat deinrichting op korte termijn een selectievoorstel zal opmaken strekkende tot plaatsing van klager in een inrichting met regimair verlof. Klager kan na ontvangst hiervan op korte termijn geplaatst worden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zuyder Bos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Op grond van artikel 2, tweede lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (15 augustus 2000, nummer 5042803/00/DJI), die op 1 oktober 2000 in werking is getreden, komen voor plaatsing in eenzeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van ten minste zes maanden opgelegd is, die ten minste de helft van deopgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, die geen veroordeling tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan fl. 500,- (omgerekend 227,28 euro) hebben openstaan, die een strafrestant hebben van ten minste zes weken enten hoogste zes maanden en die beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
In de Memorie van Toelichting op dit artikel staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt.Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventievehechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarteen achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De selectiefunctionaris heeft de beslissing waarvan beroep mede gebaseerd op het feit dat het openbaar ministerie van oordeel zou zijn dat klager een hem opgelegd contactverbod zou hebben overtreden. De bij de stukken gevoegdebrief van de officier van justitie van 13 november 2003 vermeldt dat een contactverbod is opgelegd omdat klager met de slachtoffers contact was blijven zoeken, maar niet dat het door de rechtbank opgelegde verbod is overtreden. Inzoverre is de beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende gemotiveerd.
De beroepscommissie is daarbij van oordeel dat aan het belang van klager, gelet op de zeer naderende v.i.-datum, doorslaggevende betekenis dient te worden toegekend. Zij betrekt hierbij het gegeven dat klager van 20 juni 2003 tot 10juli 2003 schorsing van de preventieve hechtenis is verleend dat, volgens klager en niet weersproken door de selectiefunctionaris, goed is verlopen en dat hij gedragsmatig geschikt wordt geacht voor plaatsing in een zeer beperktbeveiligde inrichting. Bovendien heeft de selectiefunctionaris klager inmiddels algemeen verlof toegestaan en dit is goed verlopen, terwijl in het kader van de detentie te verlenen verloven als voorwaarde kunnen kennen eencontactverbod als door de rechtbank aan klager is opgelegd.
De bestreden beslissing dient derhalve te worden vernietigd en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Nu de rechtsgevolgen nog ongedaan kunnen worden gemaakt, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 27 februari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven