Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/3023/GB, 27 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/3023/GB

Betreft: [klager] datum: 27 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 9 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.J.P.M.Mooren, namens

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 december 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) voor psychologisch onvolwassenen (jovo) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 31 oktober 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Overmaze te Maastricht. Op 21 januari 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. jovo te Vught.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager voldoet niet aan de criteria voor plaatsing in het jovo-circuit. Klager betwist dat hij op enigeindicatiestelling zou scoren. Plaatsing zou derhalve enkel zijn geïndiceerd op basis van zijn leeftijd en van het feit dat hij zich door zijn gedrag zou kenmerken als psychologisch onvolwassen. Dit laatste betwist klager.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager scoort op de indicatiestelling bij het onderdeel opleiding/cursus. Dit gegeven samen met zijn jeugdige leeftijd maakt hem een geschikte kandidaat voor het jovo-circuit. De omstandigheid dat klager bij gelegenheid van eeneerdere plaatsing in het jovo-circuit niet van een hem verleende schorsing is teruggekeerd, versterkt de indruk dat hij minder volwassen is dan hij wil doen voorkomen. De selectiefunctionaris heeft daarbij aangegeven dat klager uithet jovo-circuit zal worden geplaatst indien hij door een verklaring van een psycholoog kan aantonen niet in een dergelijke inrichting thuis te horen.

4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst dieouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassenen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie,Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling.Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in eeninrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die ineen jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij een tekortkoming heeft voor wat betreft “opleiding/cursus”; dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium vanartikel 16 van de Regeling. Het bestaan van die indicatiestelling blijkt uit het zich bij de stukken bevindende formulier ‘eerste indicatiestelling’. Tegen de achtergrond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeeldat klager in beginsel in aanmerking komt voor plaatsing in een jovo-inrichting.

4.3. Namens klager is - onder verwijzing naar hetgeen in bezwaar is aangevoerd - betwist dat hij geschikt zou zijn voor plaatsing in het jovo-circuit. Deze stelling is echter onvoldoende onderbouwd, zodat in de beslissing waarvanberoep niet nader op bedoelde argumenten behoefde te worden ingegaan. Het enkele feit dat hij vader is van drie kinderen, sluit hem nog niet voor plaatsing in het jovo-circuit uit. Andere feiten of omstandigheden die tot deconclusie zouden kunnen leiden dat klager niet geschikt zou zijn voor het jovo-circuit, zijn gesteld noch gebleken. Derhalve is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd metde wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 27 februari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven