Nummer: 03/2119/GB
Betreft: [klager] datum: 27 februari 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 9 september 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1947], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 1 september 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) te Zwolle ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 14 februari 2002 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. te Lelystad. Op 22 augustus 2003 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. te Zwolle.
2.2. Bij uitspraak van 13 februari 2004, met nummer 03/2982/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van de beklagcommissie bij de p.i.Flevoland, locatie Lelystad, betreffende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen op grond van aanwijzingen dat klager betrokken zou zijn bij een op handen zijndevluchtpoging, ongegrond verklaard.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris - onder verwijzing naar zijn motivering in zijn bezwaarschrift en klaagschrift aan de commissie van toezicht - als volgt toegelicht.
Klager vindt het onbegrijpelijk dat op basis van één enkele anonieme tip is besloten hem over te plaatsen, terwijl de directie heeft nagelaten de inhoud van de tip op juistheid te controleren. Klager vermoedt dat de reden vanoverplaatsing veeleer is ingegeven door het feit dat hij - onder meer - als gedeco-lid veel binnen het h.v.b. heeft weten te bereiken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP) is een anonieme tip binnengekomen over een mogelijk aanstaande ontvluchting van klager uit het h.v.b. te Lelystad. Hierbij was vrij gedetailleerd aangegeven hoe de ontvluchtingin zijn werk zou gaan. Uit veiligheidsoverwegingen en voor de orde en de rust binnen de inrichting heeft de directie van het h.v.b. te Lelystad op basis van die melding klager voorgedragen voor overplaatsing.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Daarbij neemt de beroepscommissie in het bijzonder in aanmerking dat de selectiefunctionaris ten tijde van het nemen van de onderhavige beslissing geen aanleiding had te twijfelen aan de juistheid van de van het GRIPafkomstige informatie die gedetailleerd was en aansloot bij vaststaande feiten.
Overweging verdient dat klager alsnog een verzoek tot terugplaatsing kan indienen indien hij van mening is dat de informatie die tot zijn overplaatsing leidde, van onvoldoende gewicht is.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 27 februari 2004
secretaris voorzitter