nummer: 03/3038/GA
betreft: [klager] datum: 23 februari 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 30 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming d.d. 15 december 2003, die op 23 december 2003 verzonden is, door de voorzitter van de beklagcommissie bij de locatie De Geerhorst te Sittard,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De voorzitter van de beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het ingesloten zijn bij gebreke van arbeid, op de gronden als in de aangehechteuitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat hij als afgestrafte zo lang in zijn cel moest verblijven.
De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.
3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemdongemak bestond voor klager uit verblijf op cel gedurende de voor arbeid bestemde uren.
De toegekende tegemoetkoming is juist. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de voorzitter van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 23 februari 2004
secretaris voorzitter