Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0030/GA, 18 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:18-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/30/GA

betreft: [klager] datum: 18 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 13 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 6 januari 2004 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Achterhoek, locatie De Kruisberg, te Doetinchem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 februari 2004, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel, locatie Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.M.A. Appelman, en dhr. [...], afdelingshoofd bijlocatie De Kruisberg.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een disciplinaire straf van overplaatsing naar een gesloten setting en
b. de maatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel in afwachting van overplaatsing.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager keerde terug van verlof en zag dat zijn cel overhoop was gehaald. Hij heeft daarvan melding gedaan bij een vrouw met een gezet postuur. Klager weet niet of er pillen op zijn cel bij celinspectie zijn aangetroffen. Hij heeftdie pillen nooit gezien. Klager heeft twee dagen in de afzonderingscel verbleven. Hij werd, voordat de pillen op zijn cel zijn aangetroffen, afgeperst en bedreigd met de dood door twee medegedetineerden, omdat hij geen € 240,= aanhen wilde geven voor een hotel. Klager heeft dit gemeld bij het b.s.d.. Klagers vrouw wordt nog steeds door hen bedreigd door middel van sms-jes. Klager was het gebruik van Seresta niet aan het afbouwen. Hij had dit al maandentevoren gedaan, omdat het gebruik van Seresta niet samengaat met Lithium, een medicijn dat klager gebruikt in verband met manische depressiviteit. Er zouden tevens harddrugs bij klager op cel zijn aangetroffen maar daarvan wordtgeen melding gemaakt in het rapport. Klagers cel is gemakkelijk open te maken. Binnen twee minuten kan klager de celdeur openmaken met een mes. Vraag is door hoeveel personen de celinspectie is verricht, of klager voor de opleggingvan de maatregel het rapport is aangezegd en gehoord is, waarbij wordt opgemerkt dat op de beschikking de data 14 september 2003 en 15 september 2003 worden vermeld en ter zitting van de beklagcommissie dit ineens in andere datawordt veranderd. Voorts is vraag hoe te verklaren valt dat in een van de stukken gerelateerd wordt dat er 83 Seresta pillen zijn aangetroffen en in een ander stuk dat er 50 Seresta pillen zijn aangetroffen. Ook is niet duidelijk ofer actie is ondernomen toen klager meldde na terugkeer van verlof dat zijn cel overhoop was gehaald. Evenmin is duidelijk of er celinspectie bij de betreffende medegedetineerden heeft plaatsgevonden.

Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op de beschikking staan abusievelijk vermeld de data 14 september 2003 en 15 september 2003. Het rapport dateert van 15 september 2003 en is aangezegd op 16 september 2003. De beschikking is opgemaakt op 16 september 2003. Op 15september 2003 is de celinspectie gehouden en zijn 83 pillen aangetroffen in klagers cel. Het waren een aantal kleine pakketjes met vijf pillen en twee pakketjes met een grotere hoeveelheid. De pillen waren verstopt op klagers cel.De arts heeft de pillen gecontroleerd en geconcludeerd dat het 83 Seresta pillen betrof van elk 50 mg. Abusievelijk is in de reactie van de directeur vermeld dat er 83 pillen (waarvan 50 Serestas) zijn aangetroffen. Dit is eeninterpretatiefout en hiermee wordt bedoeld 83 Seresta pillen van 50 mg.. Klager is in afwachting van de komst van de directeur in de afzonderingscel geplaatst. Hij is daar gehoord door de unit-directeur dhr. [...] en daarna is hemde sanctie opgelegd. In verband met het aantreffen van de Seresta pillen kon zijn verblijf in de beperkt beveiligde inrichting niet voortduren en is hem de disciplinaire straf van overplaatsing naar een gesloten setting opgelegd enis hij in afzondering geplaatst in afwachting van overplaatsing. Pas na de strafoplegging kwam de brief van de vrouw van klager gericht aan het b.s.d. binnen dat klager bedreigd en afgeperst zou zijn door medegedetineerden. In deinrichting hebben gedetineerden zelf de sleutel van hun cel en kunnen zij die afsluiten. Medegedetineerden kunnen niet in de cel komen. Door klager is gesteld dat met een mes de deur te openen zou zijn, maar dit is door hetpersoneel getracht en zij zijn daar niet in geslaagd.

3. De beoordeling
Voor wat betreft onderdeel a. overweegt de beroepscommissie dat de disciplinaire straffen, die door de directeur opgelegd kunnen worden, limitatief staan opgesomd in artikel 51, eerste lid, Pbw. ‘Overplaatsing naar een geslotensetting’ behoort niet tot deze straffen. Een dergelijke beslissing is voorbehouden aan de selectiefunctionaris. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep met betrekking tot dit onderdeel op formele grond gegrond verklaren, debeslissing van de beklagcommissie vernietigen en het beklag gegrond verklaren. Zij acht geen termen aanwezig klager enige tegemoetkoming toe te kennen.

Voor wat betreft onderdeel b. overweegt de beroepscommissie dat klager in verband met het aantreffen van 83 Seresta pillen op cel de ordemaatregel van afzondering in een afzonderingscel is opgelegd, welke maatregel na twee dagen isbeëindigd. Uit de toelichting namens de directeur ter zitting is gebleken dat daarbij voldaan is aan de in de artikelen 57 en 58 Pbw bedoelde hoor- en mededelingsplicht. De beroepscommissie acht niet aannemelijk geworden datmedegedetineerden van klager die pillen op zijn cel zouden hebben neergelegd, nu enkel de gedetineerde die in de cel verblijft en het dienstdoende personeel door middel van een sleutel de betreffende cel konden openen en klagersstelling dat de deur eenvoudig met behulp van een mes te openen zou zijn in de praktijk geverifieerd is en onjuist is gebleken.
De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de directeur om klager terzake de betreffende ordemaatregel op te leggen niet in strijd is met een in de inrichting geldend wettelijk voorschrift en bij afweging van alle inaanmerking komende omstandigheden niet onredelijk of onbillijk moet worden geacht. Dit onderdeel van het beroep moet daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
Met betrekking tot onderdeel a.:
De beroepscommissie verklaart het beroep formeel gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Met betrekking tot onderdeel b.:
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op
18 februari 2004.

secretaris voorzitter

Naar boven