Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2857/GA, 16 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:16-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Urinecontrole  v

Uitspraak

nummer: 03/2857/GA

betreft: [klager] datum: 16 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 12 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zuid-West, locatie Torentijd te Middelburg,

gericht tegen een uitspraak d.d. 24 november 2003 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 februari 2004, gehouden in de p.i. Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur bij locatie Torentijd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag -voor zover in beroep aan de orde- betreft:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een observatiecel voor de duur van een dag alsmede de verlenging hiervan met zeven dagen wegens positieve score naar aanleiding van een urinecontrole;
b. de afwijzing van een verzoek om verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de POI is het gebruikelijk dat elk weekend steekproefsgewijs twee gedetineerden een urinecontrole ondergaan wanneer deze terugkomen van weekendverlof. Zo ook is klager hieraan onderworpen. De procedure heeft plaatsgevondenconform de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen. Immers, de urine is door een medewerker in de buisjes gedaan in het bijzijn van de gedetineerde in plaats van dat de gedetineerde dit zelf heeft gedaan. Dit wordt gedaanuit hygiënisch oogpunt. Het personeel heeft beschermende handschoenen aan, want bij het overgieten wordt nogal eens gemorst. Daarbij ziet de inrichting zich regelmatig geconfronteerd met onwil van de betrokken gedetineerde. Deze isniet altijd direct bereid om vrijwillig urine af te staan, of staat dan uiteindelijk wel urine af, maar is dan niet bereid aan de gehele procedure mee te werken.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid wordt de urine door het personeelslid, in het bijzijn van de gedetineerde, overgegoten in de buisjes en de sticker met de naam van de gedetineerde daarop op de buisjes geplakt.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ik heb geweigerd voor de controle te tekenen, omdat het overgieten van de urine niet in mijn aanwezigheid is gebeurd. Daarbij was er maar een persoon aanwezig bij de urinecontrole.

3. De beoordeling
De Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen d.d. 2 juni 1999, nr. 726428/98/DJI (hierna te noemen de regeling) schrijft in artikel 3, vijfde lid, voor dat de gedetineerde onder toezicht van een ambtenaar of medewerker deurine verdeelt over twee aan hem verstrekte buizen, waarna de ambtenaar controleert of de buizen goed zijn afgesloten. De gedetineerde plakt vervolgens stickers met een uniek registratienummer of code op de twee buizen. De directeurheeft ter zitting beaamd dat, uit oogpunt van zorgvuldigheid, de urine door een personeelslid, in het bijzijn van klager, is overgegoten in de buisjes, deze de buisjes heeft afgesloten en dat het personeelslid de sticker met de naamvan de gedetineerde op de buisjes heeft geplakt. De beroepscommissie is van oordeel dat daarmee bij de urineafname gehandeld is in strijd met de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen.
De in de Regeling gegeven voorschriften strekken ertoe een zorgvuldig onderzoek te waarborgen. Een stelsel van strikte waarborgen dient de betrouwbaarheid van het onderzoek. Het is niet aan de directeur om die regels terzijde testellen als hij daarbij beoogt de zorgvuldigheid van het onderzoek te bevorderen.
Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en dr. E. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. I. Lispet, secretaris, op 16 februari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven