Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6810/GV, 26 mei 2020, beroep
Uitspraakdatum:26-05-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/6810/GV

            

Betreft [klager]

Datum: 26 mei 2020

 

Uitspraak van de alleensprekende beroepsrechter van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 31 juli 2019 klagers verzoek tot algemeen verlof afgewezen.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

 

2. De ontvankelijkheid

Op grond van artikel 73, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep instelt worden ingediend.

De bestreden beslissing dateert van 31 juli 2019. Het beroepschrift dateert van 26 april 2020 en is op 30 april 2020 ontvangen door het secretariaat van de Commissie van Toezicht. Vervolgens is het nog diezelfde dag doorgestuurd naar de Divisie Individuele Zaken, waarna het is doorgestuurd naar het secretariaat van de RSJ en aldaar op 30 april 2020 is ontvangen. Klager heeft, gelet op het vorenstaande, niet tijdig beroep ingesteld. Uit het dossier blijkt niet dat daarvoor een goede reden bestond. De beroepsrechter zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

Klager stelt in het beroepschrift dat hij op verlof wenst te kunnen gaan, zodat hij vrijheden kan opbouwen, dat hij al geruime tijd bezig is om in een kliniek te worden geplaatst en de datum waarop hij voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld waarschijnlijk zal worden uitgesteld. Dit betreft in feite een nieuw verzoek waarop nog niet is beslist. De beroepsrechter zal derhalve de stukken doorzenden naar de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught om alsnog het nieuwe verzoek in behandeling te nemen, de noodzakelijke adviezen op te vragen en vervolgens ofwel op het verzoek te beslissen ofwel dit door te sturen naar verweerder.

 

3. De uitspraak

De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep en bepaalt dat de stukken in handen van de directeur van de PI Vught worden gesteld, om het nieuwe verzoek in behandeling te nemen.

 

 

Deze uitspraak is op 26 mei 2020 gedaan door de alleensprekende beroepsrechter, mr. S. Djebali, bijgestaan door mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven