Nummer R-19/5343/GA
Betreft [Klager] Datum 18 mei 2020
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het gegeven dat de medewerkers van de Penitentiaire Inrichting (hierna: PI) klager geen medewerking hebben verleend bij het doen van aangifte, het gegeven dat klager uitdrukkelijk niet mag spreken met anderen over zijn mishandeling door een medegedetineerde en ten slotte het niet uitreiken van een klachtenformulier aan klager (NM-2019-1218).
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Nieuwegein (hierna: directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
Op 25 oktober 2019 is namens klager, door zijn raadsvrouw, een klacht ingediend. Op 29 oktober 2019 heeft klager schriftelijk te kennen gegeven dat hij de klacht heeft ingetrokken door middel van een door hem ondertekend formulier.
Op 19 november 2019 heeft de raadsvrouw van klager de klacht opnieuw ingediend met het verzoek deze in behandeling te nemen, nu klager stelt dat hij onder druk van verschillende medewerkers van de PI zijn klacht heeft moeten intrekken. Volgens klager zou er gedreigd zijn met het verliezen van zijn baan. Bij brief van 19 november 2019, afkomstig van het Bureau van de Commissie van Toezicht, is aan klager meegedeeld dat de voorzitter geen aanleiding ziet klagers klacht inhoudelijk te behandelen en dat de klacht (nog steeds) als ingetrokken wordt beschouwd.
Voorop staat dat een intrekking van een klacht alleen in zeer uitzonderlijke gevallen niet behoeft te leiden tot het niet-ontvankelijk verklaren van klager in zijn beroep. In het dossier bevindt zich een formulier waaruit volgt dat klager zijn klacht heeft ingetrokken. Klager heeft hiervoor getekend. Dit formulier wordt als leidend gezien. Anders dan de raadvrouw stelt, bevat het dossier geen aanknopingspunten voor de omstandigheid dat klager onder druk zijn klacht heeft moeten intrekken. Klager zal dan ook niet-ontvankelijk in zijn beroep worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Deze uitspraak is op 18 mei 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, U.P. Burke en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris
secretaris voorzitter