Nummer: R-19/3784/GA
Betreft: [klager] datum: 13 mei 2020
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 3 mei 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht, en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het weigeren om te voldoen aan, dan wel het niet reageren op klagers diverse verzoeken om hem een bewijs toe te sturen dat hij heeft deelgenomen aan de training Kies voor verandering (KVV), dan wel een bevestiging dat hij deze training heeft gevolgd (PD-2019-000129).
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De p.i. dient om diverse redenen een deugdelijke administratie bij te houden van een dergelijke cursus.
De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Het beklag is gericht tegen het weigeren om te voldoen aan, en het niet antwoorden op klagers diverse verzoeken om hem een bewijs toe te sturen dat hij heeft deelgenomen aan de KVV training, dan wel een bevestiging dat hij deze training heeft gevolgd. Uit artikel 60, eerste lid, van de Pbw, blijkt dat een gedetineerde beklag kan doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. In het tweede lid van artikel 60 van de Pbw is bepaald dat met een beslissing als bedoeld in het eerste lid gelijk wordt gesteld een verzuim of een weigering om te beslissen.
De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter daarom vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
Uit het dossier, in het bijzonder het klaagschrift, volgt dat klager meermalen contact heeft gezocht met de p.i. Dordrecht. Op zijn brieven, die hij bij het klaagschrift als bijlage heeft toegevoegd, is volgens klager niet gereageerd. De directeur heeft dit niet weersproken. Wel is naar aanleiding van de brieven contact opgenomen door het afdelingshoofd met de p.i. Dordrecht, maar niet aannemelijk is geworden dat dit aan klager is teruggekoppeld. Doordat niet is gebleken dat de directeur – mondeling of schriftelijk – heeft gereageerd op klagers verzoeken, zal het beklag gegrond worden verklaard.
Aan klager zal geen financiële tegemoetkoming worden toegekend, nu hij hier niet om heeft verzocht. Overigens acht de beroepscommissie ook geen termen aanwezig voor een tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en mr. A.M.G. Smit, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.L. van Lijf, secretaris, op 13 mei 2020.
secretaris voorzitter