Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5462/GA, 12 mei 2020, beroep
Uitspraakdatum:12-05-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Zorgplicht  v

Nummer          R-19/5462/GA             

                                   

Betreft [klager]            Datum 12 mei 2020

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft zich beklaagd over:

a.         de gestelde omstandigheid dat de afzuiging op klagers cel niet functioneert en de gestelde omstandigheid dat het luchtbehandelingssysteem in klagers cel, geen speciaal luchtbehandelingssysteem is (SC 2019/360);

b.         de gestelde omstandigheid dat klagers cel vol schimmels zit (SC 2019/361) en

c.         de gestelde omstandigheid dat met chemische reinigingsmiddelen en chloor gereinigd wordt, terwijl klager hier niet aan blootgesteld mag worden (SC 2019/362).

De beklagcommissie bij het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ) Scheveningen heeft op 21 november 2019 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. C.A.D. Oomes, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van het JCvSZ Scheveningen, gehoord op de zitting van 5 maart 2020 in het Justitieel Complex (JC) Zaanstad.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De directeur stelt dat de cel van klager geschikt is voor klager, maar dat is niet het geval. De directeur zorgt niet voor een verblijfsomgeving waarin klagers gezondheid niet achteruit kan gaan. Klager heeft tijdens de zitting bij de beklagcommissie aangetoond dat het luchtbehandelingssysteem in zijn cel niets speciaals doet voor zijn gezondheid. Het betreft een airco met een ionisator, waar klager juist zieker van wordt. Het systeem zuigt lucht van de afdeling naar binnen, waardoor een soort vacuüm op klagers cel ontstaat. Zijn zuurstofsaturatie is zo laag, dat het schadelijk is voor zijn lichaam. Klagers handen en voeten vergroeien en hij kan ’s ochtends nauwelijks uit bed komen door de pijn. Dat klagers gezondheid achteruit gaat, blijkt ook uit zijn medisch dossier. De geboden omgeving is niet geschikt voor klager. In het JCvSZ wordt de hele dag schoongemaakt, met onder andere chloor. Anders dan de directeur stelt, wordt wel gereinigd met chemische middelen. Klagers longen ondergaan de hele dag prikkels als gevolg van onder andere de chemische middelen. Dat de directeur klager toestaat zijn kleding te laten wassen door het thuisfront, laat zien dat de directeur erkent niet de noodzakelijke zorg te kunnen leveren. Ook zijn er weer schimmels te vinden in klagers cel. De afzuiging functioneert inmiddels wel naar behoren. Kortom: de directeur stelt over een voor klager geschikte cel te beschikken, maar uit het voorgaande blijkt dat die cel niet als geschikt kan worden aangemerkt.

 

Standpunt van de directeur

De cel waarin klager verblijft is speciaal gebouwd voor gedetineerden met dit soort klachten. Alleen die cel beschikt over een speciaal luchtbehandelingssysteem dat lucht van buiten naar binnen zuigt, waardoor een andersoortige luchtstroom ontstaat. Het klopt dat de afzuiging enige tijd niet naar behoren gewerkt heeft. Hier is meteen op gehandeld en inmiddels werkt de afzuiging weer naar behoren. Anders dan klager stelt, worden geen chemische middelen gebruikt, zeker niet bij de schoonmaak van klagers cel en sanitair. Probleem is dat klager voor heel veel middelen gevoelig is. Uit de recent door de medische dienst aan de directeur verstrekte informatie is niet gebleken dat klagers gezondheid achteruit gaat. Op 17 februari 2020 is wederom geoordeeld dat klager niet als detentieongeschikt dient te worden aangemerkt.

De directeur dient te kunnen vertrouwen op de informatie van de medische dienst. Hierop dient hij adequaat te reageren en dat heeft hij in dit geval gedaan. Hij doet er alles aan om goede zorg aan klager te bieden en heeft klager daarom ook in de gelegenheid gesteld zijn kleding door het thuisfront te laten wassen. Ten aanzien van de schimmels in klagers cel heeft de directeur eveneens adequaat gehandeld. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft acties ondernomen ten aanzien van de schimmels. Op basis van de voor hem beschikbare informatie, heeft de directeur voldaan aan zijn zorgplicht.

 

3. De beoordeling

Klager is op 9 september 2019 – na eerdere detentie in Spanje en België – overgebracht naar Nederland en in het JCvSZ is geplaatst. Klager heeft een zeldzame longaandoening en is daarom in een ‘speciale’ cel geplaatst. Klager stelt zich kort gezegd op het standpunt dat de cel waarin klager verblijft niet geschikt is voor zijn gezondheidsklachten en dat de directeur daarom niet aan zijn zorgplicht voldoet.

Klager heeft aangevoerd dat het ‘speciale’ luchtbehandelingssysteem niet voldoet en zijn gezondheidsklachten juist verergert. De directeur stelt dat klagers cel als enige is uitgerust met een luchtbehandelingssysteem dat volgens de directeur beschikt over een speciaal luchtfilter. Voorts stelt de directeur dat de hem beschikbare medische informatie niet bevestigt dat klagers gezondheidsklachten zijn toegenomen, zoals klager stelt. Integendeel, recentelijk is aan de directeur meegedeeld dat klagers gezondheid niet achteruit gaat. De directeur beschikt niet over klagers medische dossier, en is geen medicus, en mag er daarom van uitgaan dat hij op de informatie die hij krijgt van de medische dienst kan vertrouwen.

Hoewel er kennelijk aanwijzingen zijn dat klagers gezondheid achteruitgaat (de ter zitting overgelegde brief Maxima Medisch Centrum van 21 oktober 2019), kan deze brief niet meegewogen worden door de beroepscommissie in de beoordeling of de directeur aan zijn zorgplicht heeft voldaan.

Voor wat betreft de klacht ten aanzien van het gebruik van chemische schoonmaakmiddelen en over de aanwezigheid van schimmels in klagers cel overweegt de beroepscommissie als volgt. De directeur heeft toegelicht dat niet gereinigd wordt met chemische schoonmaakmiddelen en heeft klager in de gelegenheid gesteld zijn kleding te laten wassen door het thuisfront. Ten aanzien van de schimmel- en vochtplekken is het Rijksvastgoedbedrijf ingeschakeld, dat hierop de nodige acties heeft ondernomen. Het defect met de afzuiging is blijkens de inlichtingen van de directeur adequaat opgelost. Klager heeft ook ter zitting erkend dat het probleem met de afzuiging zich niet meer voordoet.

Gelet op al het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur heeft gedaan wat binnen zijn bereik ligt om een zo goed mogelijke leefomgeving voor klager te creëren. De mogelijke achteruitgang van de gezondheid bij klager kan de directeur in deze niet aangerekend worden. Het is voor de beroepscommissie onvoldoende vast komen te staan dat de directeur niet voldoet aan zijn zorgplicht jegens klager of daarin op enigerlei wijze hierin te kort schiet.

Het beroep zal op grond van al hetgeen hiervoor is overwogen ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 12 mei 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, drs. M.J. Selnick Marzullo en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door mr. R. Smeijers, secretaris.

             

secretaris        voorzitter

Naar boven