Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4132/GA, 13 mei 2020, beroep
Uitspraakdatum:13-05-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-19/4132/GA             

           

Betreft [klager]            Datum 13 mei 2020

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft (voor zover in beroep aan de orde) beklag ingesteld tegen de gestelde omstandigheid dat zijn verblijfsruimte niet voldoet aan de wettelijke eisen (KA-2019-000112).

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Almelo heeft op 2 juli 2019 het beklag ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. K. Bruns, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Almelo (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager stelt dat zijn verblijfsruimte niet voldoet aan de wettelijke eisen gesteld in de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen (hierna: Regeling). Klager stelt dat zijn cel maar vijf vierkante meter groot is en dat er geen schot om het toilet staat. Daarnaast zijn er onvoldoende ventilatiemogelijkheden.

 

Standpunt van de directeur

De meerpersoonscellen in de PI Almelo voldoen aan de minimumeisen die zijn gesteld in de Regeling. Er is mechanische ventilatie aanwezig en ook natuurlijke ventilatie is mogelijk. Het ventilatierooster bevindt zich bij het toilet en bij het toilet bevindt zich, anders dan klager beweert, wel een schot om zijn privacy te waarborgen. De cellen in de PI Almelo hebben een afmeting van 4,93 bij 2,22 meter, dus een vloeroppervlakte van bijna elf vierkante meter en dus voldoen de cellen aan de minimumeis. Verder wordt verwezen naar het verweerschrift en hetgeen ter zitting bij de beklagcommissie namens de directie is toegelicht.

 

3. De beoordeling

In het beroepschrift wordt – zakelijk weergegeven - aangevoerd dat de cel van klager niet voldoet aan de wettelijke eisen gesteld in de Regeling.

In de Regeling zijn de eisen vastgelegd waaraan een verblijfsruimte moet voldoen. Het valt onder de zorgplicht van de directeur dat de verblijfsruimte aan deze eisen voldoet. Artikel 3 van de Regeling schrijft voor dat de verblijfsruimte bestemd voor één of twee gedetineerden minimaal een vloeroppervlak van tien vierkante meter, een breedte van twee meter en een vrije hoogte van tweeënhalve meter heeft, met een afwijkingsmarge van tien procent. Artikel 6 van de Regeling schrijft onder meer voor dat de verblijfsruimte is voorzien van een ventilatiemogelijkheid waardoor op natuurlijke dan wel mechanische wijze de lucht voor de individuele gedetineerde voldoende kan worden ververst. Artikel 9 van de Regeling schrijft voor dat de verblijfsruimte is voorzien van een toilet en een wasgelegenheid, die zodanig kunnen worden afgeschermd dat de privacy van de gedetineerde voldoende is gewaarborgd en dat zich bij het toilet een ventilatierooster bevindt.

Blijkens de schriftelijke mededelingen van de directeur en hetgeen namens de directeur ter zitting van de beklagcommissie is toegelicht, voldoet de verblijfsruimte van klager aan de minimumeis van de vloeroppervlakte, is er mechanische ventilatie aanwezig (waarvan het rooster zich bij het toilet bevindt) en is natuurlijke ventilatie mogelijk. Ook bevindt zich bij het toilet een schot om zijn privacy te waarborgen.

De enkele stelling van klager dat zijn verblijfsruimte niet voldoet aan de Regeling, legt onvoldoende gewicht in de schaal om te twijfelen aan de mededelingen hieromtrent van de directeur.

De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep voor zover aan de orde ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

 

Deze uitspraak is op 13 mei 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, U.P. Burke en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven