Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4679/GA, 6 mei 2020, beroep
Uitspraakdatum:06-05-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Voeding  v

 

 

Nummer          R-19/4679/GA             

           

Betreft [klager]            Datum 6 mei 2020

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld omdat zijn maaltijden onvoldoende gevarieerd zijn en deze geen vis bevatten (VU2019/000468).

De alleensprekende beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 28 augustus 2019 het beklag ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. A.M.A. Kok-Verheijde, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Vught (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Onjuist is de conclusie dat het enkele feit dat dagelijks een andere maaltijd wordt verstrekt er sprake zou zijn van voldoende variatie. Het aangeboden menu keert om de week terug. Voorheen kreeg klager ook lasagne, spaghetti en nasi. Volgens klager past dit ook binnen zijn menu. Klager heeft een aantal stickers van de aan hem verstrekte maaltijden en overzichten van zijn wekelijkse menu’s toegezonden en stelt daarmee te kunnen aantonen dat eenzijdige maaltijden aan hem worden verstrekt.

 

Standpunt van de directeur

De directeur verwijst naar een e-mailbericht van het hoofd van de keuken, inhoudende dat in een energiebeperkt dieet, waaraan klager is onderworpen, geen nasi, spaghetti en lasagne voorkomt. Deze maaltijden bevatten snelle koolhydraten en zijn daarom niet geschikt. De directeur verwijst verder naar zijn schriftelijke reactie op het klaagschrift en de onderliggende stukken waaruit blijkt dat aan klager genoeg gevarieerde maaltijden worden verstrekt.

 

3. De beoordeling

Ingevolge artikel 44, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet rust op de directeur de plicht ervoor te zorgen dat aan de gedetineerde voeding wordt verstrekt. Naar het oordeel van de beroepscommissie mag hieronder worden verstaan dat de directeur ervoor dient zorg te dragen dat de aangeboden voeding in voldoende mate gevarieerd is.

In de schriftelijke reactie van de directeur op het klaagschrift - waarin klager stelt dat hij al een jaar tevergeefs bezig is om meer variatie in zijn voeding te krijgen - verwijst de directeur naar een e-mailbericht van het hoofd van de keuken. Daaruit blijkt dat door de medische dienst aan de keuken is doorgegeven dat klager een energiebeperkt dieet heeft. Tevens is een overzicht verstrekt van het weekmenu van klager. Door de medische dienst is niet aan de keuken doorgegeven dat klager geen vis mag, maar het hoofd van de keuken kan zich voorstellen dat de door de diëtiste opgegeven vissoorten zoals mosselen, oesters, garnalen en tonijn niet in het budget vallen. Door de directeur is voldoende weerlegd waarom klager geen lasagne, nasi of spaghetti krijgt aangeboden. Mede gelet op het overzicht van aan klager verstrekte maaltijden wordt klager niet gevolgd in zijn standpunt dat zijn maaltijden onvoldoende gevarieerd zijn. Naar het oordeel van de beroepscommissie is niet gebleken dat de directeur niet heeft voldaan aan zijn zorgplicht.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

 

 

Deze uitspraak is op 6 mei 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande ui mr. M. Iedema, voorzitter, U.P. Burke en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven