Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2966/GA, 12 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:12-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2966/GA
betreft: [klager] datum: 12 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 22 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Amerswiel te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak d.d. 17 december 2003 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klaagster,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klaagster in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur van voormelde p.i. om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het zonder toestemming afschrijven van een bedrag van € 29,48 van de rekening-courant van klaagster.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard voorzover het afgeboekte bedrag € 14,48 te boven gaat en voorts bepaald dat de directeur er zorg voor dient te dragen dat een bedrag van € 15,- wordt bijgeschreven op klaagstersrekening-courant, een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klaagster
De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht.
Klaagster verbleef vanwege een ziekenhuisopname in het Medisch Centrum Alkmaar. Zij verbleef daar zonder bewaking. Op het moment van ziekenhuisontslag is aan klaagster persoonlijk medegedeeld dat zij zou worden opgehaald doormedewerkers van de inrichting met eigen vervoer van de inrichting. Klaagster heeft vervolgens zelf contact gelegd met de taxichauffeur bij het ziekenhuis. Deze chauffeur behoort bij een taxicentrale die regelmatig vervoer verrichtvoor de penitentiaire inrichtingen Noord Holland Noord, waartoe de locatie Amerswiel behoort. Nadat deze chauffeur contact had gezocht met de centrale van het taxibedrijf, kreeg zij toestemming van de chauffeur om mee te rijden naarde inrichting. Op dat moment waren de medewerkers van de inrichting nog niet bij het ziekenhuis gearriveerd. Klaagster heeft ten onrechte gebruik gemaakt van de taxi. Om die reden dient zij de totale kosten aan de inrichting tevoldoen.
Klaagster heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft zij nog aangevoerd – zakelijk weergegeven – dat zij akkoord gaat met het door de beklagcommissie vastgestelde bedrag dat door de directeur moet wordenteruggestort.
Voorts heeft zij nog aangevoerd dat zij ook een vergoeding wenst voor de door de inrichting ingehouden vergoeding voor de huur van de televisie in de inrichting, in de tijd dat zij in het ziekenhuis verbleef. Zij vindt het nietterecht huur te moeten betalen terwijl zij geen gebruik heeft kunnen maken van die televisie.

3. De beoordeling
Voorzover klaagster in beroep heeft aangevoerd dat zij alsnog een vergoeding wenst van de huur voor de televisie tijdens haar verblijf in het ziekenhuis, geldt dat die gevraagde vergoeding geen onderdeel uit heeft gemaakt van debeklagprocedure terwijl klaagster ook geen beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak van de beklagcommissie. De beroepscommissie zal dit daarom verder buiten beschouwing laten.

Het is de directeur ingevolge onderdeel 9.1.1. van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen niet toegestaan om zonder toestemming van de gedetineerde schade (waaronder door de inrichting gemaakte kosten kunnen wordenbegrepen) te verhalen op het salde van de rekening-courant van de gedetineerde. Nu de directeur beroep heeft ingesteld en klaagster heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de hoogte van het door de directeur terug te stortenbedrag, verstaat de beroepscommissie dat klaagster alsnog (achteraf) heeft ingestemd met de verrekening van een deel van de kosten met haar rekening-courant. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom - voorzover dat is komen vastte staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 12 februari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven