nummer: 04/228/SGA
betreft: [klager] datum: 11 februari 2004
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 10 februari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...] (namens de gedetineerdencommissie (Gedeco)) van de locatie het Schouw / Demersluis te Amsterdam, verder verzoeker te noemen.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voornoemde locatie, inhoudende dat gedetineerden die langer dan negen maandenverblijven in één van de paviljoens van Demersluis intern worden overgeplaatst naar één van de andere paviljoens van Demersluis.
De voorzitter heeft voorts kennis genomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 11 februari 2004. De secretaris van de beklagcommissie bij voornoemde locatie heeft telefonisch medegedeeld dat daar op 10 februari2004 (nog) geen klaagschrift van verzoeker is ontvangen.
1. De beoordeling
Het verzoek is ingediend door [...] namens de Gedeco van voornoemde locatie. Op grond van het bepaalde in artikel 66, eerste lid, van de Pbw kan de klager, hangende de uitspraak op het klaagschrift, om schorsing van detenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur verzoeken. Op grond van het bepaalde in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, kan een gedetineerde bij de beklagcommissie beklag doen over een hem betreffende door of namens dedirecteur genomen beslissing. Naar het voorlopig oordeel is voornoemde Gedeco niet aan te merken als gedetineerde als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Om die reden kan, nog steeds naar het voorlopig oordeel van devoorzitter, de Gedeco niet worden aangemerkt als klager als bedoeld in artikel 66, eerste lid van de Pbw. Daarom zal in dit geval [...] voornoemd worden aangemerkt als verzoeker.
Vooralsnog is niet aannemelijk geworden dat verzoeker een klaagschrift heeft ingediend ten aanzien van de onderhavige beslissing van de directeur. Nu wettelijk is bepaald dat slechts hangende de uitspraak van de beklagcommissie ophet klaagschrift schorsing kan plaatsvinden van de tenuitvoerlegging van de beslissing waartegen het klaagschrift is gericht, kan verzoeker derhalve (vooralsnog) niet worden ontvangen in zijn verzoek.
De voorzitter overweegt daarbij nog dat, ook indien klager wel een klaagschrift mocht hebben ingediend, dit niet tot een ander oordeel zou kunnen leiden nu uit de inlichtingen van de directeur blijkt dat er (nog) geen sprake is vaneen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Ook om die reden zou verzoeker (nog) niet kunnen worden ontvangen in zijn verzoek.
2.
De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Aldus gedaan door mr. D.J. Dee, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 februari 2004.
secretaris voorzitter