Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0124/SGA, 28 januari 2004, beroep
Uitspraakdatum:28-01-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/124/SGA

betreft: [klager] datum: 28 januari 2004

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennis genomen van een op 27 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, tevensberoepschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Oosterhoek te Grave.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 70, tweede lid Pbw, van de tenuitvoerlegging van de uitspraak d.d. 12 januari 2004 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda, gegevenop het door hem ingediende beklag.

Het beklag betreft de beslissing van de directeur van 23 september 2003, inhoudende de oplegging van de ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen en de beslissing van de directeurvan 30 september 2003, inhoudende de verlenging van genoemde ordemaatregel met veertien dagen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard voorzover dit betrekking had op de op 23 september 2003 opgelegde ordemaatregel en de op 30 september 2003 opgelegde verlenging daarvan. De beklagcommissie heeft het beklag,voorzover dit is gericht tegen de kennelijke weigering van de directie tot doorbetaling van gemist loon, gegrond verklaard en bepaald – kortweg - dat de directeur het gemiste arbeidsloon alsnog dient uit te betalen aan verzoeker.

De voorzitter heeft kennis genomen van bedoelde uitspraak van de beklagcommissie en de onderliggende stukken, alsook van de schriftelijke reactie van de directeur van voornoemd h.v.b. op het schorsingsverzoek.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het verzoek schriftelijk toegelicht. Daarbij is het volgende aangevoerd. Verzoeker heeft ten onrechte in de isolatiecel gezeten en wenst daarvoor gecompenseerd te worden. De trouwring van verzoeker is dan misschienniet met opzet van zijn vinger getrokken door een medewerker van het calamiteitenteam, maar de ring is wel verdwenen. In de stukken wordt daar niet over gerept. Verzoeker wil nog steeds zijn trouwring terug. De toegekendecompensatie voor twee weken gemist loon, vat verzoeker op als een belediging.

De directeur heeft schriftelijke inlichtingen verstrekt en aangegeven dat het verzoek zou moeten worden afgewezen.

2. De beoordeling
De beklagcommissie heeft in haar uitspraak het beklag van verzoeker ten aanzien van de oplegging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering en de verlenging daarvan ongegrond verklaard. Die beslissing komt, nu deze op zichgeen tenuitvoerlegging met zich mee brengt, niet voor schorsing in aanmerking. Het verzoek moet daarom in zoverre afgewezen worden.
Voor zover verzoeker heeft bedoeld schorsing te vragen van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de beklagcommissie dat aan hem het gedurende de tenuitvoerlegging opgelegde maatregel gemiste arbeidsloon alsnog zal wordenuitbetaald, overweegt de voorzitter het volgende. Nu ook deze beslissing van de beklagcommissie in beroep zal worden beoordeeld en de beroepscommissie bij die beoordeling tot een andere beslissing kan komen dan de beklagcommissie,acht de voorzitter het wenselijk dat de tenuitvoerlegging van dit onderdeel van de uitspraak van de beklagcommissie zal worden geschorst tot het moment dat op het beroep is beslist.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af voor zover dit ziet op de ongegrondverklaring van het beklag.
De voorzitter wijst het verzoek ten aanzien van de beslissing van de beklagcommissie dat aan verzoeker alsnog het gemist arbeidsloon moet worden uitbetaald over de periode dat verzoeker wegens de aan hem opgelegde maatregel niet inde gelegenheid was om deel te nemen aan de arbeid toe, en schorst in zoverre de beslissing van de beklagcommissie tot het moment waarop de beroepscommissie op het beroep zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 januari 2004.

secretaris voorzitter

Naar boven