Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5877/GB, 16 april 2020, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/5877/GB             

Betreft [klager]            Datum 16 april 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar het huis van bewaring (HVB) van de locatie Roermond.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 8 januari 2020 afgewezen.

Klagers raadsman, mr. W.J.L. Lunsingh Tonckens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft een relatie met een vrouw die in Maastricht woonachtig is. Zij heeft geen zelfstandige middelen van vervoer en heeft een zeer beperkt financieel budget. Klager wordt hiermee ernstig beperkt in zijn bezoekrecht en vreest dat zijn relatie hiertegen niet bestand zal zijn. De bezoektijden in de PI Vught zijn gewijzigd. Klager kan enkel bezoek ontvangen tussen 14:35 uur en 15:35 uur. Klagers partner moet dagelijks haar kinderen op 15:00 uur ophalen van school in Maastricht. Zij beschikt niet over voldoende financiën om een oppas te kunnen bekostigen. Voorts houdt de raadsman van klager kantoor in Maastricht en heeft de afstand tot de PI Vught beperkende invloed op het vrije verkeer tussen klager en zijn raadsman. De raadsman kan klager minder vaak en voor kortere duur bezoeken.

De vervolging van klager vindt plaats in het arrondissement Breda. Er zijn twee pro-forma-zittingen gepland, waarop klager niet hoeft en niet zal verschijnen. Naar verwachting zal de inhoudelijke behandeling van de zaak niet voor de zomermaanden van 2020 kunnen worden ingepland.

Het verzoek is dan ook het beroep gegrond te verklaren, de beslissing van 8 januari 2020 te vernietigen en te doen bewerkstelligen dat klager alsnog wordt overgeplaatst naar de locatie Roermond. Klager wil graag worden gehoord.

 

Standpunt van verweerder

Het uitgangspunt van het plaatsingsbeleid is dat de voorlopige hechtenis dient te worden ondergaan in of nabij het arrondissement van vervolging, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden die een andere keuze rechtvaardigen. Klager is preventief ingesloten in het Arrondissementsparket Zeeland-West-Brabant en aanpalend geplaatst in de PI Vught. De plaatsing van klager in het HVB is om die reden een juiste plaatsing geweest.

Bij plaatsing in de PI Roermond is klager verder verwijderd van het arrondissement van vervolging. Eventuele problemen ten aanzien van het bezoek vormen geen selectiecriterium, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. In het geval van klager is daar geen sprake van. Uit het beroepschrift blijkt onvoldoende dat klagers vriendin niet in staat zou zijn te reizen. Uit de bezoekersinformatie blijkt dat klager ook bezoek ontvangt op andere tijden dan tussen 14:35 uur en 15:35 uur. Daarmee is klager niet verstoken van bezoek. Dat de raadsman klager minder frequent kan bezoeken, is inherent aan zijn functie. Het is onmogelijk om met de vestigingsplaats van de advocaat rekening te houden bij plaatsing van gedetineerden. Ook hier is geen sprake van een uitzondering.

 

3. De beoordeling

Namens klager is verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.

Klager verblijft op dit moment in het HVB van de PI Vught. Hij wil graag worden overgeplaatst naar het HVB van de locatie Roermond, in verband met bezoekproblemen die zowel zijn vriendin als zijn raadsman ondervinden.

Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden wordt een gedetineerde die nog niet is veroordeeld, bij voorkeur in het arrondissement van vervolging geplaatst. Klager verblijft niet in een inrichting in het arrondissement van vervolging (Zeeland-West-Brabant). Klager verzoekt echter om overplaatsing naar een inrichting die evenmin in het arrondissement van vervolging ligt, dus zijn verzoek vindt ook geen steun in de Regeling. Daarom moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden om te kunnen oordelen dat verweerder klagers verzoek had moeten honoreren.

De beroepscommissie overweegt dat op basis van het dossier onvoldoende is gebleken van bijzondere omstandigheden. Het gegeven dat de vriendin van klager een kortere reistijd zou hebben, is in dit geval onvoldoende zwaarwegend om een overplaatsing te rechtvaardigen. Daarbij is in overweging genomen dat bezoekproblemen in enige mate inherent zijn aan het ondergaan van detentie en dat plaatsing in (of in dit geval: nabij) het arrondissement van vervolging van belang is voor een goede rechtsgang, ook al zou klager volgens de raadsman niet bij de pro-forma zittingen aanwezig zijn. Bovendien is niet gebleken dat klager is verstoken van bezoek en blijkt uit de in het dossier aanwezige bezoekersinformatie dat klager ook op andere tijden dan tussen 14:35 uur en 15:35 uur bezoek ontvangt. Dat de raadsman aanvoert dat hij minder frequent klager kan bezoeken, doet aan het voorgaande niet af. Zoals verweerder als reactie op het beroepschrift kenbaar heeft gemaakt, is het bij plaatsing van gedetineerden immers niet mogelijk rekening te houden met de vestigingsplaats van de raadsman. Ook hier is geen sprake van een omstandigheid die een overplaatsing rechtvaardigt.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 16 april 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit  mr. C. Fetter, voorzitter, mr. M.J. Stolwerk en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven