Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6110/GV, 2 april 2020, beroep
Uitspraakdatum:02-04-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer   R-20/6110/GV

 

 

Betreft       [klager]

Datum       2 april 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 11 februari 2020 klagers verzoek tot algemeen verlof afgewezen.

Klagers raadsman, mr. D.M. Penn, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De vrouw bij wie klager tijdens zijn verlof wil verblijven is de moeder van zijn meerderjarige kinderen. Haar strafblad zou niet aan verlofverlening in de weg mogen staan. Niet valt in te zien waarom dit risico’s met zich mee zou brengen.

 

Standpunt van verweerder

Uit het vrijhedenadvies blijkt dat klager op 31 januari 2020 heeft geprobeerd de inrichting op oneigenlijke manier te verlaten. Daardoor wordt vermoed dat hij zich aan detentie wil onttrekken.

De vrouw bij wie klager tijdens zijn verlof wil verblijven neemt deel aan een Penitentiair Programma (PP) vanuit de locatie Ter Peel te Sevenum. De Penitentiaire Inrichting (PI) Middelburg, waar klager verblijft, heeft zich door de locatie Ter Peel laten adviseren en komt op grond daarvan tot een negatief advies. De ongestoorde tenuitvoerlegging van het PP-traject van deze vrouw moet prevaleren boven klagers belang om op haar adres verlof door te brengen.

Nu er sprake is van een risico op onttrekking en klager niet beschikt over een aanvaardbaar verlofadres, is zijn verzoek afgewezen.

 

Uitgebrachte adviezen

De directeur van de PI Middelburg heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, om dezelfde redenen als waarom klagers verzoek is afgewezen.

De politie heeft onderzoek gedaan naar het verlofadres en dit in orde bevonden.

 

3. De beoordeling

Klager is sinds 26 oktober 2017 in Nederland gedetineerd. Hij ondergaat – na omzetting via de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (Wets) – een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek, wegens drugsgerelateerde feiten en gewoontewitwassen. De (fictieve) einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 5 mei 2020.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag.

Vooropgesteld dient te worden dat bij verzoeken tot algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde om zich tijdig en goed te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds het algemeen belang van – onder meer – de orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf.

Klagers verzoek is afgewezen, omdat wordt vermoed dat hij zich aan detentie zou willen onttrekken en omdat de vrouw bij wie klager tijdens zijn verlof wil verblijven op dit moment (tot 9 april 2020) deelneemt aan een PP.

De beroepscommissie is van oordeel dat klagers pogingen om de inrichting op oneigenlijke wijze te verlaten (zoals omschreven in het vrijhedenadvies) en het feit dat de bewoonster van het verlofadres deelneemt aan een PP, contra-indicaties zijn voor verlofverlening aan klager. De PI Middelburg en de locatie Ter Peel adviseren op grond van diezelfde reden(en) negatief. Gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4, aanhef en onder a. en j., van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 2 april 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

secretaris                                                   voorzitter

Naar boven