Nummer: 03/2786/GB
Betreft: [klager] datum: 23 januari 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. drs. W.de Vries, namens
[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 26 november 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 29 april 2003 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Haarlem.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wordt graag overgeplaatst naar het h.v.b. Almere-Binnen, omdat zijn driejarige zoontje binnenkort in de buurt van dit h.v.b. gaat wonen. Klagers belang bestaat erindat hij het contact met zijn zoontje graag zo optimaal mogelijk wil houden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager wordt vervolgd in het arrondissement Amsterdam. Wegens cellentekort in het arrondissement Amsterdam is ook aan Haarlem celcapaciteit toegewezen. De reistijd van Haarlem naar Almere bedraagt amper 50 minuten. Enig ongemak voorbezoek is nu eenmaal inherent aan een detentiesituatie.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, gelet op de motivering ervan, evenmin alsonredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen is aangevoerd over de bezoekmogelijkheden, is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen. Daarbij komt dat thans nog onduidelijk is wanneer het zoontje van klager inAlmere komt wonen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 23 januari 2004
secretaris voorzitter