Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2816/GB, 23 januari 2004, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2816/GB

Betreft: [klager] datum: 23 januari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 9 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1973], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 november 2003 genomen – en op 3 december 2003 aan klager uitgereikte – beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zwolle afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 13 november 2003 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Klagers echtgenote is in Zwolle gedetineerd. Hij wil graag naar het h.v.b. Zwolle worden overgeplaatst, omdat hij dan gemakkelijker contact met haar kan hebben. Hij zitweliswaar preventief ten behoeve van het parket Zutphen, maar hij heeft al eerder in het h.v.b. Zwolle verbleven. Bovendien is zijn echtgenote ook ingesloten voor het parket Zutphen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het feit dat klager eerder in het h.v.b. Zwolle heeft verbleven, geeft hem nog niet het recht daar nu weer te worden geplaatst. Het feit dat zijn echtgenote wel in Zwolle is geplaatst, hangt samen met het feit dat er binnen hetvrouwencircuit geen celcapaciteit in de omgeving van Zutphen is. Overigens is er inmiddels een belregeling tussen klager en zijn echtgenote tot stand gekomen, die per 15 december 2003 ingaat.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, gelet op de motivering ervan, evenmin alsonredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij wordt, met het oog op klagers stelling dat hij graag wordt overgeplaatst naar het h.v.b. Zwolle in verband met betere contactmogelijkheden met zijn eveneens in Zwolle gedetineerdeechtgenote, nog opgemerkt dat het voor de frequentie van onderling contact c.q. bezoek van gedetineerden niet uitmaakt waar de detentie plaatsvindt. Dit betekent dat bij een verblijf van klager in het h.v.b. Zwolle niet meermogelijkheden voor contact met zijn echtgenote bestaan dan bij een verblijf in het h.v.b. Zutphen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 23 januari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven