Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/2883/SGA, 23 januari 2020, schorsing
Uitspraakdatum:23-01-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-20/2883/SGA

Betreft : [verzoeker]   datum: 23 januari 2020

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting Veenhuizen locatie Norgerhaven.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 21 januari 2020, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in eigen cel (zonder televisie), waarvan twee dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 maanden, ingaande op 21 januari 2020 om 09.30 uur en eindigend op 24 januari 2020 om 09.30 uur, wegens een positieve uitslag bij een urinecontrole. De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 21 januari 2020 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 21 januari 2020.

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur volgt dat bij verzoeker op 7 januari 2020 een urinecontrole is afgenomen. De uitslag liet een positieve score zien op het gebruik van cannabis (329). Door verzoeker is een herhalingsonderzoek aangevraagd, waarvan de uitslag wederom een positieve uitslag liet zien op het gebruik van cannabis (313). De directeur heeft hiervoor aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd. Namens verzoeker is aangevoerd dat hem niet is medegedeeld dat hij de mogelijkheid heeft een bevestigingsonderzoek te laten doen, zodat niet is voldaan aan artikel 6, vierde lid, van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (de Regeling). De oplegging van de disciplinaire straf is daarom in strijd met de wet. De directeur geeft aan dat verzoeker 24 uur bedenktijd heeft gekregen voor een bevestigingsonderzoek, maar dat hij ervoor heeft gekozen om het schriftelijk verslag te laten afhandelen. Een personeelslid heeft genoteerd: “Wil rapport afhandelen”. Hieruit leidt de directeur af dat aan verzoeker de mogelijkheid is geboden voor een bevestigingsonderzoek, maar dat hij heeft gekozen voor de afhandeling van het schriftelijk verslag.
De voorzitter overweegt als volgt.
Uit artikel 6, vierde lid, van de Regeling volgt dat “De uitslag van het herhalingsonderzoek wordt aan de gedetineerde medegedeeld. Hierbij wordt de gedetineerde gewezen op het recht op een bevestigingsonderzoek. Indien de mededeling mondeling wordt gedaan legt het personeelslid dat de mededeling heeft gedaan, schriftelijk vast dat en wanneer de mededeling is gedaan.” Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is uit de stukken en de schriftelijke inlichtingen van de directeur onvoldoende gebleken dat het bepaalde in artikel 6, vierde lid, van de Regeling is nageleefd. Nu de bestreden beslissing is genomen in strijd met de wet, zal het verzoek worden toegewezen.

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende klaagschrift zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. R.H. Koning, voorzitter, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 23 januari 2020.

secretaris        voorzitter

Naar boven