Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2270/GA, 28 januari 2004, beroep
Uitspraakdatum:28-01-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2270/GA

betreft: [klager] datum: 28 januari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van de op 25 september 2003 gedateerd en op 29 september 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomenberoepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 11 september 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zoetermeer, welke op 17 september 2003 is verzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 januari 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord [...], unitdirecteur, en [...], afdelingshoofd, bij de locatie Zoetermeer.

Hoewel klager, die zich in middels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de te late bezorging van klagers ochtendkranten op 19 augustus 2003 en 4 september 2003 (beklagnummer H 262/803);
b. het feit dat aan klager op 18 en 19 augustus 2003 geen kosjer voedsel is verstrekt (beklagnummer H 265/803 en H 266/803);
c. het voorafgaande aan de uitreiking lezen van klagers kranten door p.i.w.-ers op 26 augustus 2003 en 4 september 2003 (beklagnummer H 277/803);
d. het feit dat de notulen van het overleg tussen de directie van het huis van bewaring en de gedeco niet ter inzage liggen (beklagnummer H 278/803);
e. het ontbreken van een keuzemogelijkheid tussen verschillende melkproducten (klachtnummer H 279/803);
f. het feit dat via de inrichtingsbibliotheek geen boeken vanuit de openbare bibliotheek geleend kunnen worden (beklagnummer H 281/803);
g. het feit dat in de inrichtingsbibliotheek geen inzage is te verkrijgen in de uitspraken van de beklagcommissie en de beroepscommissie van vóór 1 januari 2003 (beklagnummer H 282/803);
h. het ontbreken van een vertegenwoordiger van de afdeling, waar klager verblijft, in de gedeco (beklagnummer H 283/803);
i. het op 1, 2, 3 en 4 september 2003 niet ontvangen van een voor klager bestemde brief (beklagnummer H 316/803).

De beklagrechter heeft het beklag ten aanzien van de onderdelen a en b ongegrond verklaard en klager ten aanzien van de overige onderdelen niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
a. de ochtendkranten dienen volgens uitspraken van de beklagcommissie en de beroepscommissie in de ochtend bij de gedetineerde te worden bezorgd;
b. de directeur had vóór klagers overplaatsing op 18 augustus 2003 al bekend kunnen zijn met het feit dat aan hem kosjer voedsel verstrekt diende te worden;
c. het lezen van kranten door p.i.w.-ers is wel als een beslissing van de directeur te beschouwen, omdat de directeur deze handelingen niet uitdrukkelijk heeft verboden;
d. in andere inrichtingen is het gebruikelijk dat de notulen van een aantal jaren in de bibliotheek ter inzage liggen;
e. het betreft het ontbreken van een keuzemogelijkheid van door de inrichting aangeboden melkproducten en niet van door de inrichtingswinkel aangeboden producten;
f. in andere inrichtingen is het mogelijk via de inrichtingsbibliotheek boeken te lenen van de openbare bibliotheek;
g. in andere inrichtingen is het gebruikelijk dat de uitspraken van de beklagcommissie en de beroepscommissie ter inzage liggen in de bibliotheek;
h. de directeur overtreedt artikel 74 Pbw; de wisselingen in het h.v.b. Zoetermeer vormen geen uitzondering vergeleken met andere inrichtingen;
i. het betreft wel degelijk een beslissing van de directeur; de directeur had klager moeten informeren omtrent het achterhouden van de post.

De unitdirecteur en het afdelingshoofd hebben in beroep het volgende toegelicht.
a. De kranten worden niet direct bezorgd maar in de loop van de dag omdat ze eerst
gecontroleerd moeten worden.
b. Het was voordat klager binnenkwam in de inrichting niet bekend dat hij kosjer
at. Er zijn minimaal een à twee dagen nodig om kosjer eten te realiseren.
c. Sinds twee à drie maanden is er een gesloten bak op de afdeling waar de kranten worden ingedaan. Het is moeilijk om te voorkomen dat de voorpagina wordt gelezen.
d. en h. De notulen liggen wel ter inzage. Het overleg vindt niet altijd even frequent plaats,
omdat het een h.v.b. betreft en de populatie vaak wisselt is er niet altijd een vaste groep gedecoleden. Via de bibliotheek kan men om inzage van de notulen verzoeken.
e. Het is juist dat aan alle gedetineerden gewone melk wordt aangeboden en dat men niet kan kiezen voor karnemelk.
g. Uitspraken van vóór 1 januari 2003 kunnen via de bibliotheek ingezien worden.
i. Wanneer brieven de inrichting binnenkomen duurt het circa één tot twee dagen
voordat ze worden uitgereikt. Wanneer er een weekend tussen zit, kan het wat langer duren. 99% van de binnengekomen brieven worden binnen één à twee dagen uitgereikt. Betwist wordt dat er vier tot vijf dagen tussen de binnenkomst inde inrichting en de uitreiking van een brief zouden zitten. Klagers post werd in die tijd niet extra gecontroleerd. Twee jaar geleden zijn er problemen geweest met postverwerking, -uitreiking. De procedure is toen aangepast en postheeft een hoge prioriteit gekregen. Er worden tweemaal per dag postrondes gelopen. Het afdelingshoofd is persoonlijk achter één van deze brieven van klager aangegaan, die volgens klager op 3 september 2003 de inrichting wasbinnengekomen, maar gebleken is dat die brief de inrichting niet is binnengekomen.
3. De beoordeling
Hetgeen met betrekking tot de onderdelen a, b, c, e en f, in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van debeklagrechter. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard. Wel acht de beroepscommissie het aan de late kant wanneer een ochtendkrant om 16.00 uur wordt bezorgd.

Met betrekking tot de onderdelen d, g, h en i, wordt nog het volgende overwogen. De beklagrechter heeft het standpunt ingenomen dat, alvorens te kunnen worden ontvangen in het beklag, klager zijn klachten met de directeur had dienente bespreken. De wet stelt een dergelijke voorwaarde niet om in beklag te kunnen worden ontvangen. Derhalve zal de beroepscommissie klager alsnog ontvangen in deze onderdelen van het beklag.

De beroepscommissie overweegt met betrekking tot onderdelen d. en g. dat uit de informatie van de directeur is gebleken dat de notulen van het gedeco-overleg, uitspraken van beklagcommissie en beroepscommissie van voor 1 januari2003, op verzoek, kunnen worden ingezien. Ten aanzien van onderdeel i. is niet aannemelijk geworden dat de door klager genoemde brieven daadwerkelijk in de inrichting zijn binnengekomen.
Met betrekking tot onderdeel h. is niet aannemelijk geworden dat aan de directeur is te wijten dat er in een bepaalde periode geen (vaste) vertegenwoordiger van klagers afdeling in de gedeco was opgenomen.
De beroepscommissie is van oordeel dat de onderhavige beslissingen van de directeur niet in strijd zijn met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, deze evenmin als onredelijk of onbillijk kunnen wordenaangemerkt. Het beklag zal derhalve op deze onderdelen ongegrond worden verklaard

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de onderdelen a, b, c, e en f ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met ten aanzien van onderdeel a. wijziging van de gronden.
Met betrekking tot de onderdelen d, g, h en i vernietigt de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter, ontvangt klager alsnog in het beklag, maar verklaart het beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. H.B. Greven en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 januari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven