Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2823/GA, 29 januari 2004, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2823/GA
betreft: [klager] datum: 29 januari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 9 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 20 november 2003 van de beklagcommissie bij de locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet uitreiken van niet rechtstreeks via de uitgever aan hem toegezonden kranten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt
- zakelijk weergegeven - toegelicht.
De beslissing van de directeur om de betreffende tijdschriften niet uit te reiken is in strijd met het bepaalde in artikel 10 van het Europese verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), de Europesegevangenisregels, artikel 7 van de Grondwet, de bepalingen van de Pbw en de bepalingen van de Penitentiaire maatregel. Klager verzoekt voorts dat aan de voorzitter van de beklagcommissie en de directeur zal worden opgedragen zorg tedragen dat alle in aanmerking komende stukken in een voor klager begrijpelijke taal (te weten de Engelse taal) zullen worden vertaald. Voorts voert klager aan dat het beklag alsnog gegrond moet worden verklaard omdat debeklagcommissie in strijd met hetgeen daaromtrent is bepaald in artikel 67 van de Pbw, niet binnen de wettelijke termijn heeft beslist op het beklag.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft hij nog het volgende – zakelijk weergegeven – aangevoerd. De overwegingen van de beklagcommissie om het beklag ongegrond te verklaren zijnduidelijk. In de huisregels staan de regels over de ontvangst van tijdschriften en kranten duidelijk vermeld en een en ander is bekend bij klager. De directeur is van mening dat het te ver gaat om alle stukken in het Engels tevertalen.

3. De beoordeling
Voorzover in beroep wordt geklaagd over de omstandigheid dat de beklagcommissie niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn heeft beslist op het beklag, overweegt de beroepscommissie dat de wet weliswaar termijnen voorschrijftwaarbinnen de beklagcommissie op het beklag dient te hebben beslist, maar dat de wet aan niet-nakoming van die termijn geen gevolgen verbindt. Voorzover het beroep de klacht betreft, dat er sprake is geweest van gebreken bij debehandeling door de beklagcommissie, kan dit niet tot een gegrondverklaring van het beroep leiden, nu in beroep een nieuwe behandeling van het beklag plaatsvindt.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond wordenverklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 29 januari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven