Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2731/GB, 14 januari 2004, beroep
Uitspraakdatum:14-01-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2731/GB

Betreft: [klager] datum: 14 januari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 november 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1973], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 november 2003 genomen – en op 26 november 2003 aan klager uitgereikte – beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Lelystad afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 25 juli 2001 gedetineerd. Vanuit het huis van bewaring Zutphen is hij op 2 september 2002 geplaatst in de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht, een inrichting met een regime vanalgehele gemeenschap.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van negen jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 1 juni 2002. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 1 mei 2007.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. In Dordrecht ontvangt klager geen bezoek. Hij heeft destijds weliswaar aangenomen graag in de omgeving van Rotterdam geplaatst te willen worden, maar hij kon ook niet voorziendat zijn in deze regio woonachtige vrienden hem niet zouden komen bezoeken. Klagers familie is woonachtig in Italië en Marokko. Wanneer zij met het vliegtuig naar Nederland komen, is Lelystad goed bereikbaar. Tenslotte merkt klagerop dat de arbeid in Dordrecht geestdodend is. In Lelystad zou meer variatie zijn in de te verrichten werkzaamheden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op eigen verzoek in Dordrecht geplaatst in verband met zijn bezoek. Nu ligt datzelfde argument aan zijn verzoek tot overplaatsing naar Lelystad ten grondslag. Niet blijkt dat klagers bezoek wel naar Lelystad zal komen. Hetfeit dat klager niet te spreken is over het werk dat hij moet verrichten, dient hij te bespreken met de directeur of de commissie van toezicht. Het levert in ieder geval geen valide grond voor overplaatsing op. Overigens staatklager op de wachtlijst voor doorplaatsing naar het zogenoemde plusregime. Mogelijk dat effectuering daarvan klager een hernieuwde stimulans geeft.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, gelet op de motivering ervan, evenmin als onredelijk ofonbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager over de bezoekmogelijkheden en de werkzaamheden binnen de gevangenis-unit van locatie Dordtse Poorten heeft aangevoerd, is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 14 januari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven