Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2669/GA, 17 juni 2019, beroep
Uitspraakdatum:17-06-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-19/2669/GA

betreft: [klager]            datum: 17 juni 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.A. Oosterveen, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 7 januari 2019 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 26 maart 2019, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. I.K. Oosterveen. De directeur van voormelde locatie heeft schriftelijk laten weten niet te zullen verschijnen ter zitting.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:        

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a.         de omstandigheid dat klager vijf weken heeft gewacht op een afspraak met een psychiater en dat, toen hij een afspraak had, hij niet werd opgehaald van de arbeid door de p.i.w.-ers (klachtnummer: S-2018-000697) en
b.         een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van televisie, wegens een positieve urinecontrole (klachtnummer: S-2018-000783).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Ten aanzien van het beklag onder a: Klager was verslaafd. Toen klager in de locatie De Schie werd geplaatst, werd tegen hem gezegd dat hij zijn medicijnen (die hij buiten de inrichting kreeg) niet kon krijgen. Klager kreeg voor het eerst na ruim vijf weken een psychiater te zien en vervolgens heeft het vijf maanden geduurd voordat hij weer de medicijnen heeft ontvangen die hij ook voor zijn detentieperiode gebruikte. Gezien klagers persoonlijke omstandigheden is de periode die het heeft geduurd voordat klager een psychiater te zien kreeg, te weten na ruim vijf weken, te lang en de directeur is daarmee tekort geschoten in zijn zorgplicht. Klager is afhankelijk van zijn medicatie en met name ook de instelling daarvan.
Ten aanzien van het beklag onder b: Klager heeft geen cannabis gebruikt. Dat klager positief heeft getest, komt door de restwaarden van het gebruik van cannabis voordat hij gedetineerd raakte. Voordat klager gedetineerd raakte, had hij een terugval. Nadat klager is binnengekomen, heeft klager niet meer gebruikt. Bij klager is geen inkomsten urinecontrole gedaan.
De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling
Ter zitting is verzocht aan klager om aan de beroepscommissie een stuk over te leggen waaruit volgt dat de medicatie die klager ontvangt, voor hem noodzakelijk is.
Namens klager is overgelegd een kopie van het DNA-paspoort en een kopie van de brief die aan de Medische Dienst van de locatie De Schie is verzonden.
Het door de beroepscommissie opgevraagde stuk is niet ontvangen, doch de beroepscommissie acht zich op basis van de thans aanwezige stukken en het verhandelde ter zitting voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen.
Ten aanzien van het beklag onder a:
Ingevolge artikel 42, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde recht op verzorging door een aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger. In artikel 42, derde lid, aanhef en onder a, van de Pbw is bepaald dat de directeur zorgdraagt dat de aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger regelmatig beschikbaar is voor het houden van een spreekuur.
Klager heeft aangevoerd dat hij meer dan vijf weken op een gesprek met een psychiater heeft moeten wachten. Klager is op 8 augustus 2018 in de locatie De Schie geplaatst. Op 10 september 2018 is klager voor het eerst opgeroepen om naar de psychiater te gaan, maar omdat klager op dat moment op de arbeid zat, is hiervan afgezien. Op 17 september 2018 is klager uiteindelijk gezien door een psychiater. Klager heeft aangevoerd - hetgeen niet is weersproken door de directeur - dat hij zijn medicijnen, die hij voordat hij gedetineerde raakte gebruikte en waarvan klager afhankelijk is, niet heeft ontvangen. Gelet op het voorgaande acht de beroepscommissie het voldoende aannemelijk geworden dat klager niet tijdig toegang is verleend tot de psychiater en is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur niet heeft voldaan aan de op grond van artikel 42 van de Pbw op hem rustende zorgplicht. Het beroep zal dan ook ten aanzien van het beklag onder a gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 10,=.
Ten aanzien van het beklag onder b:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ten aanzien van het beklag onder b ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre bevestigen.

4.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder a gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder b ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, ing. M.J. Mulders en drs. M.R. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 17 juni 2019.          

secretaris         voorzitter

Naar boven