Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5487/GB, 15 januari 2020, beroep
Uitspraakdatum:15-01-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:        R-19/5487/GB

Betreft:            [klager]            datum: 15 januari 2020

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.J. van der Woude, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 2 december 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein afgewezen.

2.         De feiten
Klager is sinds 12 juli 2019 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Almelo.

3.         De standpunten
3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag worden overgeplaatst naar Nieuwegein omdat zijn hoogzwangere vriendin daar woont. Klagers vriendin is op 7 januari 2020 uitgerekend en het is voor haar bezwaarlijk om op bezoek te komen in Almelo. Inmiddels heeft zich ook nog een zwangerschapsvergiftiging voorgedaan waarvoor zij tijdelijk opgenomen is geweest in het ziekenhuis en zij thans dagelijks voor controle naar het ziekenhuis moet. Klagers ouders wonen in Diemen, zijn op leeftijd en slecht ter been. Voor hen is het ook bezwaarlijk om klager in Almelo op te zoeken. De reistijd tussen de p.i. Nieuwegein en de rechtbank Zwolle bedraagt 66 minuten en de reistijd tussen de p.i. Almelo en de rechtbank Zwolle bedraagt 50 minuten omdat de route over secundaire wegen loopt.
3.2.      Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klagers verzoek tot overplaatsing is afgewezen omdat klager wekelijks bezoek ontvangt van zijn vriendin en niet verstoken is van bezoek. Naar aanleiding van onderhavige beroepszaak heeft de Minister klagers bezoekerslijst bij de p.i. Almelo opgevraagd. Hieruit blijkt dat klager ook na 20 november 2019 regelmatig bezoek ontvangt van zijn vriendin. Het ziet er dan ook niet naar uit dat het weigeren van het desbetreffende overplaatsingsverzoek zodanig nadelig is voor klagers vriendin dat zij vanwege haar zwangerschap klager niet kan bezoeken in de p.i. Almelo. Voorts heeft klager niet aannemelijk gemaakt dat de gezondheidstoestand van zijn ouders dermate ernstig is dat zij hem niet kunnen bezoeken. Klager heeft geen advies van de medisch adviseur overgelegd waaruit dit is gebleken. Ook de door klager genoemde reistijden verschillen niet zodanig dat er gesteld kan worden dat de afstanden onredelijk groot en onredelijk verschillen van elkaar.

4.         De beoordeling
4.1.      Klager heeft verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein omdat die p.i. makkelijker te bereiken is voor zijn vriendin en ouders.
4.2.      Klager is conform artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden preventief gehecht in het h.v.b. van de p.i. Almelo in verband met een strafvervolging in het arrondissement Oost-Nederland. Klagers plaatsing in het h.v.b. van de p.i. Almelo is derhalve een juiste regionale plaatsing geweest. Naar het oordeel van de beroepscommissie zijn de door klager aangevoerde bezoekproblemen van zijn ouders door klager onvoldoende feitelijk onderbouwd. Echter is wel gebleken van bijzondere omstandigheden die moeten leiden tot een gegrondverklaring van het beroep. Hierbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat zowel de directeur van de p.i. Almelo als het Openbaar Ministerie positief hebben geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek tot overplaatsing. Daarnaast is klagers vriendin hoogzwanger, kan zij ieder moment bevallen en is het bezwaarlijk voor haar om met een pasgeboren baby af te reizen naar Almelo. Gelet hierop komt de beroepscommissie, gelet op het belang van klager om bezoek te ontvangen van zijn vriendin en kind, tot het oordeel dat de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De Minister zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

5.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, J.G.A. van den Brand en drs. M.R. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 15 januari 2020

 

secretaris        voorzitter

Naar boven