Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4847/GB, 6 januari 2020, beroep
Uitspraakdatum:06-01-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:        R-19/4847/GB

Betreft:            [klager]            datum: 6 januari 2020

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.H. Pentinga, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 24 september 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 4 december 2018 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

3.         De standpunten

3.1.      Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

In zijn huidige inrichting kan klager nauwelijks contact onderhouden met zijn dochter in Curaçao. Gelet op het tijdsverschil en het feit dat zijn dochter schoolgaand is, zijn er slechts een beperkt aantal belmomenten beschikbaar. Dit schaadt de band tussen vader en dochter en maakt klager erg verdrietig. De Minister vindt het feit dat in de locatie Zuyder Bos geen telefoon op cel is, geen selectiecriterium. Klager kan zich in deze redenering niet vinden. Daarnaast wenst klager te worden overgeplaatst zodat zijn partner hem regelmatiger kan bezoeken. De partner van klager heeft vanwege een operatie aan haar voet nu nog recht op vervangend vervoer van Connection. Zij bezoekt klager een keer per maand per taxi. De duur van de taxirit is afhankelijk van het aantal andere passagiers. Soms duurt een enkele reis wel twee uur en kost het bezoeken van klager een hele dag. Het vervangende vervoer zal vanaf 1 januari 2010 stoppen en vanaf dan dient de partner van klager met het openbaar vervoer te reizen. Een enkele reis duurt tussen de één uur en 35 minuten en twee uur. De reistijd naar het JC Zaanstad bedraagt maar een uur per enkele reis. Een kortere reistijd zal het bezoeken van klager vergemakkelijken en zal tot frequenter bezoek leiden. Ook zal een kortere reistijd ten goede komen aan de gezondheid van de bezoeker. Verder stelt klager dat hij op de reguliere afdeling het mikpunt is van pesterijen, waardoor hij op dit moment op een extra zorgvoorziening verblijft. Zijn veiligheidsgevoel is hierdoor in het gedrang gekomen. Er zijn derhalve overtuigende persoonlijke redenen die maken dat het aanvankelijke verzoek gehonoreerd dient te worden.

3.2.      Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

Het hebben van een telefoon kan niet worden gezien als selectiecriterium. Het staat betrokkene vrij van zijn wettelijke recht ex artikel 39 van de Pbw gebruik te maken. Voorts heeft klager de gestelde medische problematiek van zijn partner niet onderbouwd met een advies van de medisch adviseur en is zijn standpunt in zoverre onvoldoende onderbouwd. De reisafstand tussen Amsterdam en de beide inrichtingen is bovendien niet wezenlijk anders. Daarbij blijkt uit de bezoekersoverzichten dat klager niet verstoken is van bezoek. De beslissing ten aanzien van klagers plaatsing op de extra zorgvoorziening is voorbehouden aan de directeur. Over die beslissing kan worden geklaagd bij de beklagcommissie.

4.         De beoordeling

4.1.      Klager wil worden overgeplaatst naar de gevangenis van het JC Zaanstad omdat hij zich onveilig voelt in de locatie Zuyder Bos, gedetineerden in het JC Zaanstad beschikken over een telefoon op cel waardoor hij makkelijker contact kan onderhouden met zijn dochter in Curaçao en een plaatsing in het JC Zaanstad de reisafstand voor zijn partner, die medische klachten heeft, vermindert.

4.2.      Voor zover klager stelt dat hij zich onveilig voelt in de locatie Zuyder Bos, overweegt de beroepscommissie dat deze stelling onvoldoende feitelijk is onderbouwd en ook niet op andere wijze steun vindt in het dossier. Aanwezige voorzieningen, waaronder een telefoon op cel, vormen (in beginsel) geen selectiecriterium en dit punt is in het geval van klager onvoldoende zwaarwegend om tot een gegrond beroep te kunnen komen. Hetzelfde geldt voor de bezoekmogelijkheden voor klagers partner. Eventuele medische problematiek is bovendien onvoldoende onderbouwd. De bestreden beslissing kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. M.R. van Veen en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 6 januari 2020.

secretaris        voorzitter

Naar boven