nummer: 03/2870/GV
betreft: [klager] datum: 12 januari 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 10 december 2003 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Dit is de tweede maal dat klager in beroep gaat tegen de afwijzing van eenverlofaanvraag. Het vorige beroep is ongegrond verklaard en klager vreest dat dit ook met het onderhavige beroep zal gebeuren. De beslissing tot afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag is vrijwel identiek aan de eersteafwijzende beslissing. De selectiefunctionaris is heel afstandelijk en veel te streng en gaat alleen maar af op schriftelijke stukken. De beslissingen, die hij neemt, nemen het vertrouwen dat klager heeft dat iemand de rechten, diehem toekomen, zal verkrijgen en het vertrouwen in justitie weg. De selectiefunctionaris gelooft blijkbaar niet dat mensen kunnen veranderen en heeft het alleen maar over hoe gewelddadig klager is en dat hij binnen de proeftijdgerecidiveerd heeft. Klager heeft na zijn eerste verlofaanvraag een gesprek gehad met de psycholoog van De Waag voor agressieregulatie. Hij is aangenomen als cliënt en heeft inmiddels al zes gesprekken gehad. Klager wil hiermeedoorgaan. Na gesprekken met de inrichtingspsycholoog en -psychiater is klager aangevangen met een behandeling met Ritalin in verband met zijn ADHD. Klager wordt hier rustig van en kan zich beter concentreren. Klager is op de goedeweg en wil dat zo houden. Klager is even boos geworden toen hij de beslissing vernam, maar heeft niet gereageerd zoals hij vroeger gereageerd zou hebben. Klager begrijpt dat zijn verleden tegen hem werkt in dit soort situaties. Hijweet dat hij niets verkeerds moet doen tijdens een verlof. Hij begrijpt dat hij daarmee zijn eigen glazen zou ingooien. Klager heeft in de inrichting tot nu toe nog geen rapport gehad. Als het moet dan zit klager zijn straf uitzonder verlof, maar hij probeert zich voor te bereiden op zijn terugkeer in de maatschappij. Verzocht wordt nogmaals klagers verlofaanvraag te willen bezien en aan klager een nieuwe kans te gunnen.
Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verlof is afgewezen vanwege klagers veroordeling voor een gewelddadig feit. Hiervan is te verwachten dat, indien klager middels verlof zich weer in de omgeving van het delict zou ophouden, dit grote maatschappelijke onrustteweeg zou brengen. Voorts zijn er ernstige bezwaren van het openbaar ministerie vanwege het gewelddadig karakter van het delict en het plegen van het delict binnen de proeftijd van een eerdere veroordeling. De tijd tot klagersinvrijheidstelling is nog ruim negen maanden en het is thans nog te vroeg om een dergelijk verlof nu reeds toe te staan, gelet op de mogelijke maatschappelijke onrust. Het is geenszins de bedoeling om klager zijn verlof bijvoortduring te onthouden. Klager heeft, gelet op de tijd die hij nog in detentie dient door te brengen, nog ruimschoots de tijd om van de verlofregeling gebruik te maken.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van locatie Alphen aan den Rijn heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Haarlem heeft aangegeven dat, gelet op de impact en de ernst van het delict, er negatief wordt geadviseerd ten aanzien van verlofverlening.
De politie Zaandam-Midden heeft geen bezwaren uitgesproken met betrekking tot het door klager opgegeven verlofadres.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van dertig maanden met aftrek, wegens gekwalificeerde diefstal en zware mishandeling. Aansluitend dient hij gevangenisstraffen van twee maanden en een maand te ondergaan. De wettelijk vroegstmogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 31 mei 2004. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 41 dagen en 39 dagen hechtenis op grond van de Wet Terwee te ondergaan.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.
Klager is veroordeeld voor onder meer een ernstig geweldsdelict, waarbij hij het slachtoffer meermalen met een mes heeft gestoken. Hij heeft dit delict gepleegd, terwijl hij nog in een proeftijd liep van een eerdere veroordeling. Deberoepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag op dit moment nog steeds rechtvaardigen. Gelet op detoezegging van de selectiefunctionaris dat het geenszins de bedoeling is om klager bij voortduring verlof te ontzeggen en de tijd die klager nog in detentie dient door te brengen, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissingvan de Minister niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder i. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (d.d. 24december 1998, nr. 733726/98/DJI), evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 januari 2004
secretaris voorzitter