Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3242/GA, 31 december 2019, beroep
Uitspraakdatum:31-12-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:         R-19/3242/GA

betreft:            [Klager]           datum: 31 december 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...] (gemachtigde), namens [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 21 maart 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij het detentiecentrum Rotterdam, en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 6 september 2019, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is als gemachtigde van klager […], gehoord. Voorts is […], vestigingsdirecteur van het detentiecentrum Rotterdam, gehoord en was […], kwaliteitsmedewerker bij het detentiecentrum Rotterdam, aanwezig. Klager heeft afstand gedaan van zijn aanwezigheidsrecht en geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord ter zitting. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag – voor zover aan de orde in beroep – betreft het insluiten van klager van 5 januari 2019 tot en met 7 januari 2019 vanwege een crisissituatie op de afdeling, waardoor geen enkele activiteit werd aangeboden aan klager (DC-2019-000024). De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. Op een afdeling in het detentiecentrum in Rotterdam heeft een incident plaatsgevonden. Daarop is besloten iedereen die verblijft in het detentiecentrum, in te sluiten, onder wie dus ook klager. Hij had niets te maken met het incident en het is voor hem dan ook onduidelijk waarom hij is ingesloten. Klager zat van 5 januari 2019 tot en met 7 januari 2019 ingesloten, wat hem zwaar is gevallen. Tijdens het insluiten is met hem niet gecommuniceerd hoe lang hij nog ingesloten zou zijn. Ten aanzien van de beslissing is niets op schrift gesteld. De personen die het incident hebben veroorzaakt, waren reeds afgezonderd. De beklagrechter heeft in de beoordeling geschreven dat ambtshalve informatie bekend is over de crisissituatie. Het is onduidelijk welke informatie dit is. Klager heeft op deze informatie niet kunnen reageren en is hierover evenmin gehoord. Bovendien bestaat onduidelijkheid over de grondslag voor het insluiten van klager. Volgens de uitspraak van de beklagrechter lijkt de grondslag van het insluiten artikel 5, derde lid, van de Pbw te zijn. In de reactie op het beroepschrift wordt evenwel verwezen naar artikel 24, vierde lid, van de Pbw. Artikel 24, vierde lid, van de Pbw ziet op het bewaardersarrest. Dat is slechts mogelijk voor vijftien uren en niet, zoals in dit geval, voor drie dagen. Klager heeft op 11 februari 2019 op juiste wijze een schriftelijke machtiging ondertekend waarin staat dat hij zich laat vertegenwoordigen door een medewerker van het Meldpunt Vreemdelingendetentie (verder: het Meldpunt) voor de gehele procedure. De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. Ten eerste is volgens hem het beklag niet op juiste wijze en buiten de beklagtermijn ingediend. In het dossier zit een machtiging van het Meldpunt. Deze machtiging is ondertekend op 11 februari 2019, terwijl de klacht van 11 januari 2019 is. Inhoudelijk geldt volgens de directeur het volgende. Er was sprake van een reeks zeer ernstige geweldsincidenten. Het was niet enkel een incident, want de gewelddadige situatie hield niet op. Als er op een bepaalde plek personen aan het vechten waren, werden er op een andere plek personen opgehitst ook agressief gedrag te vertonen. Het was over de gehele afdeling zeer dreigend en controle ontbrak grotendeels. Er is besloten het Landelijke Bijstandsteam in te schakelen. De gewelddadige en dreigende situatie leidde tot een crisissituatie binnen het detentiecentrum. Om kordaat te kunnen handelen en rust te creëren zijn alle gedetineerden tijdelijk ingesloten. Er moest uitgezocht worden wie betrokken waren bij deze gewelddadige situatie. Vanwege de crisissituatie en het aantal ingeslotenen en de tijd die het heeft gekost om de situatie telkens feitelijk onder controle te krijgen, bleek het niet haalbaar in alle gevallen een en ander met rapportages of beschikkingen binnen de gestelde termijnen af te handelen. Er is wel steeds getracht met iedereen zo goed mogelijk te communiceren. Dat was een lastige opgave, omdat veel mensen Arabisch spraken en getolkt moest worden. Afdelingsreinigers, personeelsleden en een Imam hebben geholpen bij het vertalen. De directeur en medewerkers hebben zoveel mogelijk gedaan om alle gedetineerden te informeren waarom zij waren ingesloten. De gedetineerden, ook klager, zijn niet langer ingesloten geweest dan strikt noodzakelijk. De afdelingen zijn, gefaseerd, weer “gewoon gaan draaien”, zodra dat mogelijk was. Volgens de directeur was de juridische grondslag voor het insluiten van de gedetineerden artikel 24, eerste lid, van de Pbw en niet artikel 5 van de Pbw, zoals in de uitspraak van de beklagrechter staat. Het betrof een ordemaatregel en geen bewaardersarrest.

3.         De beoordeling

Machtiging voor het instellen van beroep
amens klager is beroep ingesteld door het Meldpunt. In het klaagschrift, eveneens opgemaakt door het Meldpunt, staat dat het Meldpunt klager de gehele procedure zal vertegenwoordigen. Het klaagschrift is voorzien van een bijlage. Klager heeft hierop op 11 januari 2019 zijn handtekening gezet. In het dossier zit ook een machtiging, ondertekend door klager op 11 februari 2019, waarin staat dat het Meldpunt is gemachtigd namens klager beklag en beroep in te stellen. Ter zitting heeft een medewerker van het Meldpunt toegelicht dat klager op 11 januari 2019 klager het Meldpunt heeft gemachtigd hem gedurende de gehele procedure, waaronder de beroepsprocedure, te vertegenwoordigen. De beroepscommissie heeft geen reden aan de juistheid hiervan te twijfelen. Dat op 11 februari 2019 nogmaals een machtiging is gegeven, doet hieraan niet af.

Inhoudelijk
Vast staat dat klager op 5 januari 2019 tot en met 7 januari 2019 in afzondering is geplaatst vanwege de ontstane onrust in het detentiecentrum, waardoor de orde en de veiligheid binnen de inrichting ernstig was verstoord. Ter zitting heeft de directeur meegedeeld dat het in onderhavige zaak een ordemaatregel betrof, als bedoeld in artikel 24, eerste lid van de Pbw. De beroepscommissie gaat hier vanuit.
Op grond van artikel 58, eerste lid van de Pbw, jo. artikel 57, eerste lid, aanhef en onder a, van de Pbw geeft de directeur de gedetineerde bij het opleggen van een ordemaatregel onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling. Vast staat dat in dit geval geen schriftelijke beslissing is opgemaakt. Hoewel de wet dwingend voorschrijft dat aan klager onverwijld een schriftelijke beslissing had moeten worden uitgereikt, leidt dit in dit geval niet tot een gegrondverklaring van het beroep. In onderhavige zaak was sprake van een zeer uitzonderlijke situatie. De directeur heeft toegelicht dat, om de veiligheid van zowel de gedetineerden als de medewerkers te garanderen en om voldoende inzichtelijk te krijgen wie waar betrokken bij was, besloten is tot een ‘lockdown’ van het gehele detentiecentrum. Met minder ingrijpende maatregelen kon gelet op de ernst van de situatie niet worden volstaan. De situatie was dusdanig uitzonderlijk, dat van de directeur niet verlangd kon worden dat alle individuele beslissingen daartoe tijdig op schrift werden gesteld en aan elke gedetineerde werden uitgereikt. Daarbij was, zoals de directeur heeft verklaard, sprake van een personeelstekort en was al het beschikbare personeel bezig met het onder controle krijgen van de situatie. Nadat de gedetineerden waren ingesloten, heeft de directeur steeds al het mogelijke gedaan om iedereen zo goed mogelijk te informeren, waarbij zelfs andere gedetineerden en schoonmakers zijn ingezet als tolk. Ook heeft hij zo goed als mogelijk een en ander op schrift proberen te zetten. Daarnaast heeft de directeur te kennen gegeven dat is getracht de situatie zo snel mogelijk op te lossen en dat de gedetineerden die op de afdeling zaten die waren ‘afgehandeld’, direct werden uitgesloten en dat het dagprogramma zo snel mogelijk werd hervat. Gelet op wat hiervoor is vastgesteld en overwogen, alles in onderling verband en samenhang bezien, heeft de directeur zich afdoende ingespannen om iedereen te informeren. Daarmee heeft hij voldaan aan zijn informatieplicht. Een formalisering achteraf, waarbij klager alsnog schriftelijk geïnformeerd zou worden, had in dit geval geen meerwaarde. De beslissing van de directeur is in overeenstemming met het doel en de strekking van de wet, die er op gericht is de orde te handhaven en de gedetineerden te beschermen. De beslissingen van de directeur waren onder de hierboven beschreven omstandigheden de enige mogelijkheid om te handelen in overeenstemming met het doel en strekking van de wet. De beroepscommissie zal het beroep voor zover aan de orde ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter in zoverre bevestigen, met verbetering van de gronden, zoals hiervoor weergegeven.

4.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor zover aan de orde ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter, met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. R.H. Koning en drs. M.J. Selnick Marzullo, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 31 december 2019.            

 

secretaris       voorzitter

 

 

Naar boven