Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2202/TB, 12 januari 2004, beroep
Uitspraakdatum:12-01-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2202/TB

betreft: [klager] datum: 12 januari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 16 september 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing d.d. 26 augustus 2003 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 december 2003, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel, locatie Zwolle, zijn gehoord klager en namens de Minister, dr. [...] en mr. [...]. Hiervan is het aangehechte verslagopgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager te plaatsen in Flevo Future.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De Minister heeft op 5 augustus 2003 beslist klager te plaatsen in Flevo Future, locatie Utrecht.Op 26 augustus 2003 heeft de Minister klager een verbeterd exemplaar van de beschikking gestuurd en beslist dat klager zal worden geplaatst in Flevo Future, zonder de locatie nader te bepalen. Deze plaatsing was ten tijde van hetinstellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in Flevo Future. Klager is niet gehoord met betrekking tot de bestreden beslissing. Hij is in beroep gegaan omdat hij een stuk zekerheid wilde. Bij Flevo Future, locatie Utrecht,stond hij op de wachtlijst. Hij dacht een stuk zekerheid te hebben en dat wordt dan vervolgens weer ingetrokken. Klager begrijpt dat niet. Hij wilde in eerste instantie niet naar het Meijers Instituut omdat hij veronderstelde datdat nog steeds een selectie-instituut was en geen behandelinstituut. Klager vertrouwt het allemaal niet meer zo.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Krachtens artikel 12 Bvt dient een spoedige opname in een tbs-inrichting bewerkstelligd te worden met inachtneming van de in artikel 11 Bvt genoemde eisen. Tbs-gestelden worden a-select toegewezen. Ten aanzien van de selectie vanter beschikking gestelden in het kader van een eerste opname of herplaatsing in een tbs-inrichting is een toetsing aan een viertal criteria (geslacht, intelligentie, soort stoornis en vluchtgevaarlijkheid) van belang, dieplaatsvindt op basis van in het dossier aanwezige informatie.
Uit de ter beschikking staande informatie in de onderhavige zaak komt naar voren dat klager een man is die functioneert op een niet zwakbegaafd intellectueel niveau. Er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Er is niet geblekenvan een extreem vlucht- en/of beheersrisico. Genoemde bevindingen resulteerden in selectie voor Flevo Future. Per abuis is in de beslissing van 5 augustus 2003 de locatie Utrecht genoemd. Deze beslissing is ingetrokken bij deonderhavige beschikking van 26 augustus 2003. Per 1 januari 2003 zijn de tbs-kliniek De Singel te Amsterdam en de Meijerskliniek te Utrecht samengegaan. Zij functioneren nu onder de naam Flevo Future. Deze tbs-kliniek heeft éénwachtlijst voor beide locaties, voor Utrecht en Amsterdam. Een en ander heeft geen gevolgen voor klagers opnamedatum. Tijdens het samengaan van de klinieken zijn er administratieve fouten gemaakt, waar deze er een van is en waarvooraan klager excuses worden aangeboden. Het beroep zal ongegrond zijn.

4. De beoordeling
Door klager is gesteld dat hij terzake van de bestreden beslissing niet is gehoord; dit is door de Minister niet betwist. Derhalve is niet voldaan aan de in artikel 53, tweede lid, Bvt neergelegde hoorplicht.
Mitsdien is het beroep gegrond en dient de bestreden beslissing van de Minister op formele grond te worden vernietigd. Klager dient, gelet op het vorenoverwogene, een tegemoetkoming te worden geboden. De beroepscommissie zal dezetegemoetkoming vaststellen op € 50,=.

Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of
b) de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, teweten vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot plaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van eenbeheers/vluchtrisico, alsmede de bestaande wachtlijsten.

Klager heeft geen specifieke en derhalve ook geen zwaarwegende bezwaren aangedragen tegen plaatsing in (een van de locaties van) Flevo Future die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Minister in redelijkheid niettot de bestreden plaatsingsbeslissing heeft mogen komen. Opmerking verdient dat de Meijerskliniek al geruime tijd geen selectiefunctie meer had.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager te plaatsen in een van de locaties van Flevo Future materieel niet in strijd met de wet en kan deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

Nu de bestreden beslissing op formele grond dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 66, derde lid, onder b van de Bvt in verbinding met artikel 69, vijfde lid van de Bvt bepalendat haar uitspraak met betrekking tot de plaatsing van klager in de plaats treedt van de bestreden beslissing.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op formele grond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt dat haar uitspraak omtrent de plaatsing van klager in plaats treedt van die beslissing.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Minister toekomende tegemoetkoming op
€ 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, dr. E.B.M. Rood-Pijpers en drs. H.P.J. Vos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op
12 januari 2004.

secretaris voorzitter

nummer: 03/2202/TB

betreft: [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 10 december 2003, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel, locatieZwolle.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: dr. E.B.M. Rood en drs. H.P.J. Vos.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn klager alsmede namens de Minister dr. [...] en mr. [...].

Door klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in Flevo Future. Klager is niet gehoord met betrekking tot de bestreden beslissing. Hij is in beroep gegaan omdat hij een stuk zekerheid wilde. Bij Flevo Future, locatie Utrecht,stond hij op de wachtlijst. Hij dacht een stuk zekerheid te hebben en dat wordt dan vervolgens weer ingetrokken. Klager begrijpt dat niet. Hij wilde in eerste instantie niet naar het Meijers Instituut omdat hij veronderstelde datdat nog steeds een selectie-instituut was en geen behandelinstituut. Klager vertrouwt het allemaal niet meer zo.

Namens de Minster is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Krachtens artikel 12 Bvt dient een spoedige opname in een tbs-inrichting bewerkstelligd te worden met inachtneming van de in artikel 11 Bvt genoemde eisen. Tbs-gestelden worden a-select toegewezen. Ten aanzien van de selectie vanter beschikking gestelden in het kader van een eerste opname of herplaatsing in een tbs-inrichting is een toetsing aan een viertal criteria (geslacht, intelligentie, soort stoornis en vluchtgevaarlijkheid) van belang, dieplaatsvindt op basis van in het dossier aanwezige informatie.
Uit de ter beschikking staande informatie in de onderhavige zaak komt naar voren dat klager een man is die functioneert op een niet zwakbegaafd intellectueel niveau. Er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis. Er is niet geblekenvan een extreem vlucht- en/of beheersrisico. Genoemde bevindingen resulteerden in selectie voor Flevo Future. Per abuis is in de beslissing van 5 augustus 2003 de locatie Utrecht genoemd. Deze beslissing is ingetrokken bij deonderhavige beschikking van 26 augustus 2003. Per 1 januari 2003 zijn de tbs-kliniek De Singel te Amsterdam en de Meijerskliniek te Utrecht samengegaan. Zij functioneren nu onder de naam Flevo Future. Deze tbs-kliniek heeft éénwachtlijst voor beide locaties, voor Utrecht en Amsterdam. Een en ander heeft geen gevolgen voor klagers opnamedatum. Tijdens het samengaan van de klinieken zijn er administratieve fouten gemaakt, waar deze er een van is en waarvooraan klager excuses worden aangeboden.
Het beroep zal ongegrond zijn.

secretaris voorzitter

Naar boven